Bijbelvertelling - Koningin Esther

Iedereen die Haman, een belangrijke knecht van koning Ahasveros, tegenkomt, buigt voor hem. Mordechai doet dat niet. Haman hoort dat hij een Jood is en daarom wordt hij zo boos dat hij niet alleen Mordechai, maar heel het Joodse volk wil straffen. Haman vertelt tegen de koning dat er mensen in zijn rijk wonen die de koning niet willen gehoorzamen. Haman liegt, want de Joden willen wel naar de koning luisteren, als zij ook mogen leven naar de wetten van God. Haman wil elke Jood doden. De koning vindt het goed.

Het hele verlossingsplan van God staat op het spel. Als Hamans plan slaagt, zal het Joodse volk helemaal vernietigd worden. Dan kan de belofte van de Messias Die uit Israël zal voortkomen niet vervuld worden. Je ziet in deze geschiedenis de tegenstand van de satan, als de grote vijand van God.

Bij het paleis woont de Joodse koningin Esther. Esther smeekt de koning of het Joodse volk mag blijven leven. De wet mag niet veranderd worden. Wel mag Mordechai een nieuwe wet voor de koning schrijven: het Joodse volk mag terugvechten. En zo gebeurt het. Niemand van het Joodse volk sterft: God redt Zijn volk. God heeft Esthers leven zo geleid dat ze koningin is geworden om voor haar volk op te komen.

Wie Gods volk kwaad wil doen, doet God Zelf kwaad. Wie tegen de HEERE vecht, zal zelf omkomen. De vijanden van het volk verliezen en Gods volk wint, door de kracht van God. Hij strijdt met hen mee, want God is de grote Overwinnaar. Daarom is het belangrijk dat we de Heere Jezus kennen als Verlosser van onze zonden en dat we in al onze zwakheden op Hem vertrouwen. We mogen weten dat Hij Zijn volk liefheeft en voor hen bidt. Wie bij dat volk hoort, deelt ook in Zijn overwinning.

Lees de vertelling verder in de PDF die te vinden is bij de downloads.