Een handreiking voor het aanleren van de Bijbeltekst 2 Petrus 3:18 bij het thema 'groen' van het Woordeloos boek.
Doelen
- De kinderen raken vertrouwd met de taal van de Bijbel.
- De kinderen leren een Bijbelgedeelte uit hun hoofd, zodat het mee kan gaan in hun leven.
- De kinderen leren dat het belangrijk is om steeds meer over de Heere Jezus te leren.
Bijbeltekst (2 Petrus 3:18)
HSV
Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. (2 Petrus 3:18)
SV
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus.
Voorbereiding
Print de tekst groot uit. Je kunt ervoor kiezen om de letters steeds groter te maken, waarbij de nadruk op 'Jezus Christus' valt (Hij wordt groot, wij worden klein). Je kunt ook een sterke boom (met wortels) van karton knippen en daar de tekst opplakken.
Uitleg en aanleren
Haal drie kinderen van verschillende lengte naar voren. Begin bij het kleinste kind en praat daarmee over de tijd dat hij nog een klein baby'tje was. Zeg dat je vindt dat hij al heel groot gegroeid is. Zeg daarna over het tweede kind dat het nog groter is gegroeid en eindig bij het derde kind door te zeggen dat die al héél groot is. Vraag aan de kinderen of je nog groter kunt groeien dan het grootste kind. Ja, volwassen mensen zijn nog groter. Zo is het ook als je de Heere Jezus leert kennen. Als je Hem eerst leert kennen, ken je eigenlijk nog maar een heel klein beetje van Hem. Maar elke dag kun je groeien in het kennen van de Heere Jezus. Elke dag kun je meer leren over Hem. En dat houdt nooit op!
- Herhaal de tekst twee keer. (Laat de kinderen hun handen bij elkaar houden en die steeds verder uit elkaar houden, zodat wat ze zogenaamd vasthouden steeds groter 'groeit'.)
Leg uit
Jullie weten al heel veel over de Heere Jezus. Wat weten jullie al over Hem? (Laat hen een aantal dingen opnoemen.) Als je in de Bijbel leest, leer je Hem steeds beter kennen. Je groeit dan in kennis. Je leert over wat Hij heeft gedaan en hoe Hij was. Stel: ik heb de Bijbel al wel meer dan 20 keer helemaal gelezen. Denk je dat ik alles over de Heere Jezus weet? (Laat de kinderen antwoorden.) Ik leer er wel veel van. En ik vergeet ook weleens wat, waar ik dan weer aan denk. Maar toch weet ik niet alles van Hem. Hoe meer ik over de Heere Jezus weet, hoe meer ik ernaar verlang om nog meer van Hem te leren.
- Herhaal de tekst twee keer. (Laat de kinderen hun hand laag houden en hun hand steeds hoger houden om 'groei' aan te geven.)
Leg uit
Je hebt dus de Bijbel nodig om de Heere Jezus steeds beter te leren kennen. De dingen die je al weet, moet je weer opnieuw lezen, om er weer aan te denken. Maar het gaat eigenlijk om meer dan weten en eraan denken. De Heere Jezus leer je kennen als je op Hem vertrouwt. Je leest bijvoorbeeld het verhaal in de Bijbel dat Hij aan het kruis gestorven is. Dat wist je al. Nu denk je er opnieuw aan. Maar je groeit pas echt in kennis van de Heere Jezus als je ook weet en vertrouwt: de Heere Jezus stierf daar voor mij. Mijn zonden zijn nu helemaal weg, ze zijn vergeven. God heeft mij lief. God is dicht bij mij. Jezus Christus kennen betekent dus Jezus Christus vertrouwen.
- Herhaal de tekst twee keer. (Laat de kinderen fluisterend beginnen en laat het geluid 'groeien' tot ze aan het einde luid praten. Laat ze niet schreeuwen, door mee te doen, geef je het volume aan. Door de tekst aan het einde te noemen voorkom je dat 'Christus' wordt geschreeuwd en is 'achttien' het laatste woord.)
Leg uit
Je kunt dus altijd meer op Jezus Christus leren vertrouwen. Je kunt je altijd veiliger bij Hem voelen. Als je bijvoorbeeld leest dat Hij machtig is, vertrouw je erop dat Hij ook machtig genoeg is om jou te helpen bij de moeilijke dingen in jouw leven. Als je bijvoorbeeld leest dat Hij vriendelijk is, denk je aan Zijn liefde voor jou. Dat is vertrouwen op de Heere Jezus. En juist dat vinden veel mensen heel lastig. Dan denk je: heeft de Heere mij lief? Wil Hij mij wel helpen? En als ik dan weer zonde heb gedaan? Als ik Hem vergeten ben? Als ik ruzie heb gemaakt? Heeft Hij mij dan nog lief? Dat is een heel belangrijke vraag. Dan komen we bij het woord 'genade'. Genade betekent dat God je liefheeft, niet omdat jij het goed doet of omdat jij zo aardig bent of omdat jij zoveel voor Hem doet, maar omdat Hij dat Zelf wil.
- Herhaal de tekst twee keer. (Laat het eerste woord door het eerste kind (of de eerste rij) uitspreken en wijs bij elk woord een kind aan dat mee mag gaan doen (of een rij), zodat het geluid steeds harder wordt.)
Leg uit
Jij hebt het dus niet verdiend en tóch heeft God je lief als je op de Heere Jezus vertrouwt. Eigenlijk heb je zelfs precies het tegenovergestelde verdiend: dat God je straf geeft. Maar Hij geeft je geen straf, Hij heeft je lief als je vertrouwt op de Heere Jezus! Dat is genade. Genade kun je krijgen omdat de Heere Jezus de Zaligmaker is. Zaligmaker betekent 'Redder'. Hij nam de straf van andere mensen op Zich. Zo wil Hij jou redden van de zonde, de schuld en je geestelijke dood. Dat betekent dat er geen liefde is tot God. Daarom mag je vertrouwen dat God je liefheeft, zelfs al doe je alles fout en zondig je steeds weer. Zou je daarom niet elke dag opnieuw vertrouwen op de genade van de Heere Jezus?
- Herhaal de tekst twee keer. (Laat de kinderen op hun hurken beginnen en zelf 'groeien' tot ze aan het einde van de tekst met hun armen boven hun hoofd staan.)
- Vraag twee keer een kind de tekst alleen op te zeggen op een manier die het kind leuk vindt en die groei uitbeeldt.
Andere opties voor teksten
HSV
- 1 Petrus 2:2: En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien.
- Kolossenzen 4:2: Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.
- 1 Thessalonicenzen 5:17-18: Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.
- Romeinen 15:4: Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van de volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.
- 2 Timotheüs 3:16-17: Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
SV
- 1 Petrus 2:2: En, als nieuwgeborene kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen.
- Kolossenzen 4:2: Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging.
- 1 Thessalonicenzen 5:17-18: Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
- Romeinen 15:4: Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.
- 2 Timotheüs 3:16-17: Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is. Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.