Deze Bijbelles voor kinderen in de bovenbouw hoort bij de map 'Welkom thuis'. Dit is een map met kinder(evangelisatie)materiaal van Evangeliestek.
Het is goed om met de oudere kinderen dieper na te denken over het thema. Dit kan door middel van een Bijbelleesles. Wanneer kinderen weinig tot niets weten, kan het beste gekozen worden voor een Bijbelvertelling. Wanneer het een groep is met kerkelijke kinderen of kinderen die al veel weten, door bijvoorbeeld opgedane kennis op een christelijke school/zondagsschool/club/kerk, kan er gekozen worden voor een verdieping door middel van een Bijbelleesles.
Bijbelgedeelte
Lukas 7:36-50
Kernboodschap
De Heere Jezus kan en wil je vergeven.
Nodig
Werkblad
Informatie voor leidinggevenden
Vandaag zijn we te gast in het huis van Simon de Farizeeër. Leg eerst uit wat een Farizeeër is. In de Bijbel lees je vaak over twee groepen: Farizeeën en Sadduceeën. Om het eenvoudig te houden kun je wijzen op het feit dat de Farizeeën belangrijke mannen waren in Israël, die erg godsdienstig wilden leven. Maar betekent dat ook dat ze Jezus kenden als Degene die ons terug kan brengen naar het Huis van God? Alleen als Jezus onze zonden vergeeft, is ons huis vol van vergeving en kan God weer bij ons wonen en wij bij Hem.
We beginnen met een rollenspel om na te denken over gastvrijheid. Met name om hoe wij in onze cultuur gasten laten merken dat ze welkom zijn. Dat gaan we dan vergelijken met de tijd van de Bijbel (vraag 2). Water was nodig om de voeten te wassen. In de Bijbelse tijd liepen mensen met blote voeten in sandalen over stoffige zandwegen. Je kunt je wel voorstellen dat dit vieze voeten geeft. En omdat de mensen niet aan tafels zaten, maar op ligbanken om tafels aanlagen, was het wel zo fris als de voeten schoon waren. Een kus was een teken van welkom, net als het doen van olie op het hoofd van de gast. Denk daarbij niet aan olie waarin wij braden, maar aan een lekker ruikend goedje, zoals de zalf die de zondige vrouw op de voeten van de Heere Jezus smeerde. Misschien helpt het om te denken aan zonnebrandolie. Tip: eventueel kun je ook een aantal kinderen de begroeting in de tijd van de Bijbel laten naspelen. Zo ervaren ze wat het verschil is.
Bij vraag 3 zien we dat de zondige vrouw precies die dingen doet die normaal een gastheer zou moeten doen. Ze laat zo zien dat ze veel van de Heere Jezus houdt. In het vervolg van het verhaal zien we dat liefde een gevolg is van het weten dat je zonden zijn vergeven. (Lukas 7:47) De vrouw huilt. We kunnen dat zien als teken van berouw over haar zonden. Kinderen kunnen dat herkennen; als je ergens heel erg spijt van hebt, kan je dat aan het huilen maken (Waak ervoor dat je hiervan geen voorwaarde gaat maken van berouw hebben).
Simon denkt er het zijne van. Hij twijfelt zelfs aan wie Jezus nu echt is. Hij voelt zich duidelijk beter dan de zondige vrouw. In vraag 4 willen we eens kijken hoe we zelf omgaan met ‘slechteriken’ in onze omgeving. Negeren we ze? Schelden we ze uit? Wijzen we ze na? Roddelen we over ze? Doen we mee? Willen we ze op het goede pad brengen? Je kunt hier ook nadenken met de kinderen over bijvoorbeeld pestgedrag. Zijn we pester, slachtoffer, meeloper of helper?
Jezus heeft Simon wel door. Hij weet wat Simon denkt en laat hem dat merken door een verhaaltje te vertellen waarin Hij hem eigenlijk al voorbereidt op de terechtwijzing die volgt.
Vraag 5 en 6 gaan ten diepste over de alwetendheid van God. Ook dit willen we dicht bij de kinderen brengen. Als je bedenkt dat God al de verkeerde dingen van je ziet, kan je dat bang maken. Je zou je willen verstoppen of het boze ongedaan maken. Maar er is ook een andere kant: God weet waarmee jij zit en Hij wil je helpen, voor je zorgen!
Zo komen we bij vraag 7. De Heere Jezus vergeeft de zonden van een ieder die in Hem gelooft. Geloof is het sleutelwoord hier.
Vraag 8 laat ons zien dat het niet is: doe maar veel zonden, want dan word je meer vergeven. Nee, het gaat om het verband tussen jezelf kennen als zondaar en uit dankbaarheid voor je verlossing een leven willen leven tot Gods eer. De liefde tot God wordt dan zichtbaar in wat je doet en wat je zegt.
We sluiten af met een praktische opdracht om ‘vergeving’ inzichtelijk te maken en dichtbij ons eigen hart te brengen. De opdracht is als volgt: Neem een vel papier en maak met rode verf in het midden een hart (Symbool van Gods liefdevolle hart voor zondaars). Om dat hart heen schrijf je met een pen allemaal dingen op waarvan je weet dat het zonde is. Probeer vooral aan je eigen zonden te denken en niet aan de zonden van anderen. God kan onze zonden niet accepteren. Nu hebben we een probleem; God kan onze zonden niet aanzien. Hoe krijgen we ze nu onzichtbaar?
Uitgummen gaat niet. Nu gaat het er om de lijn te trekken naar de Heere Jezus. Alleen Zijn bloed reinigt ons van al onze zonden. Het is als het ware zoals met de rode verf. Het bloed van de Heere Jezus bedekt de zonden van ieder die in Hem gelooft. De zonden zijn dan weg! Vergeven. God ziet ons dan niet meer als zondaar, maar Hij ziet ons dan aan in Zijn Zoon! Denk hier ook aan Johannes 3:16. Geloof!
Het werkblad voor de kinderen vind je in de download.