Bijbelvertelling - Een huis vol van Gods zorg

Aan de hand van vijf verhalen nemen we de kinderen mee in de ‘huizen’ van mensen uit de Bijbel. We beginnen bij Genesis. De Heere God maakte het paradijs en schiep de mens. Hij had een heel mooi ‘huis’ voor hen gemaakt. Ze mochten er in wonen, tot het moment dat de mens net als God wilde zijn. Er kwam zonde in het ‘huis’ en de mens verloor het. Buiten het paradijs moesten ze zelf een huis bouwen. Dat gaf niet meer de veiligheid van het paradijs. Het ‘huis’ was vol blijdschap, maar liep over in een huis met verdriet, zonder de liefde zoals God die had bedoeld. Toch liet God de mens niet alleen.

Vele eeuwen later zal Hij Zijn Zoon sturen. De Heere Zélf komt op de aarde wonen. In de tijd voordat de Heere Jezus op aarde kwam, was Hij (God de Vader) ook al te vinden bij mensen. Door de mensen op aarde liet Hij iets zien van Zijn machtige daden. Bij Elisa en de weduwe is er eerst een huis vol honger en verdriet. Daarna is het een huis van Gods zorg. God wilde nog bij de mensen wonen en verdriet wegnemen. Hij laat de mensen niet los.

In het Nieuwe Testament komt de Heere Jezus naar de aarde als mens. In de aanloop naar Zijn lijden en sterven vinden er veel wonderen plaats. Wonderen van genezing, maar ook van vergeving. Jezus werd gezalfd door een zondares en schonk vergeving. Het huis was vol vergeving. Jezus verliet Zijn heerlijke hemelse huis. Op aarde was er nergens een veilig huis voor Hem. Aan het kruis was Hij alleen. Hij kwam op aarde om ons weer terug te brengen bij God, van Wie we na de zondeval zo ver verwijderd zijn. Jezus is nu weer terug naar het huis van Zijn Vader. Hij stuurt Zijn Geest om in ons huis (hart) te wonen. Johannes en Petrus vertellen daarover, zodat de Geest van de Heere Jezus bij steeds meer mensen komt wonen. Ze bidden tot God: er is een huis vol gebed en de Heilige Geest schenkt hen hulp.

De verloren zoon liep weg van huis. Hij zocht een huis vol plezier, maar zonder zijn vader. Maar hij kwam weer terug naar huis en kreeg vergeving. Het huis was vol met feest om te vieren dat hij terug kwam.

In deze map leggen we de kinderen twee kanten voor: Aan de ene kant het ‘thuis zijn bij God’: liefde, blijdschap, feest, gebed, hulp van God, liefde voor elkaar, leven, vergeving. Aan de andere kant het ‘ver bij God vandaan zijn’ en je eigen huis bouwen: geen echte liefde, zoals God die heeft bedoeld, maar haat, oneerlijkheid, gemeen zijn, elkaar pijn doen, egoïstisch zijn enzovoort.

We wijzen de kinderen in de vertellingen erop dat de Heere plaatsmaakt in de hemel voor alle gelovigen. Dan mogen we voor eeuwig Thuis komen. Zoals de verloren zoon een hartelijk welkom thuis kreeg mogen we ook de kinderen vertellen dat er blijdschap zal zijn in de hemel als een zondaar zich bekeert. Dan is het een écht ‘welkom thuis.’

Waar is jouw huis vol van…?

Lees de vertelling verder in de PDF die te vinden is bij de downloads.