Deze Bijbelles voor kinderen in de bovenbouw hoort bij de map 'Zoek de schat'. Dit is een map met kinder(evangelisatie)materiaal van Evangeliestek.
Het is goed om met de oudere kinderen dieper na te denken over het thema. Dit kan door middel van een Bijbelleesles. Wanneer kinderen weinig tot niets weten, kan het beste gekozen worden voor een Bijbelvertelling. Wanneer het een groep is met kerkelijke kinderen of kinderen die al veel weten, door bijvoorbeeld opgedane kennis op een christelijke school/zondagsschool/club/kerk, kan er gekozen worden voor een verdieping door middel van een Bijbelleesles.
Bijbelgedeelten
Numeri 21:1-9 en Johannes 3:14-15
Kernboodschap
God belooft vergeving en nieuw leven
Nodig
Werkblad 2, kaartjes, pennen, rode verf, kwasten
Informatie voor leidinggevenden
Om deze les dichtbij het kinderhart te brengen, willen we hen laten nadenken over hun eigen zonden. Die geven niet alleen narigheid in het gewone leven, maar zorgen er ook voor dat we straf van God verdienen. Uit de geschiedenis van de Israëlieten kunnen we prachtige lijnen trekken naar ons leven. Het gaat om je zonden (leren) kennen, ze belijden en dan vergeving (genezing) ontvangen. God belooft deze schat van vergeving aan ieder die op Jezus ziet, zoals de Israëlieten op de koperen slang moesten zien om genezen te worden van de dodelijke slangenbeten.
In vraag 1 gaat het om de kinderen bij de hand te nemen. Het kan zijn dat kinderen niet zien dat ze zondaar zijn, zeker als ze niet opgroeien bij het Evangelie. Maak heel concreet wat zonden zijn: ruzie met een ander kind, niet luisteren naar je ouders, spieken op school, een snoepje pakken uit de scheppotten in een winkel, God niet liefhebben, maar jezelf belangrijker vinden enz. Ook al zien de mensen het niet, God ziet het wel! Bovendien gaat het niet alleen om het zonde doen. Het gaat erom dat we zondaar zijn.
Vraag 2 maakt het nog concreter. Elk kind schrijft op twee of drie kaartjes een concrete zonde van hem- of haarzelf. Het gaat niet om het aantal, maar om het idee. Concrete zondekennis kan leiden tot concreet om vergeving vragen en ontvangen. We bidden dat de kinderen dat door deze les leren zien. Bij vraag 10 komen we hierop terug.
We maken nu de overstap naar de Bijbel. Bij vraag 3 gaan we naar Numeri 21 waar we lezen over de Israëlieten, die als bevrijde slaven uit Egypte, door de woestijn lopen op weg naar het prachtige land dat God hen beloofd had. Benadruk de bevrijding uit slavernij. Benadruk Gods zorg! God geeft elke dag manna. En wat zien we in vers 4 en 5? Mopperende, ondankbare mensen, die niet op God vertrouwen en denken te sterven in de woestijn. Ze geloven dus niet dat ze in het beloofde land zullen komen. Dat is zonde!
Zonde vraagt om straf. Dat zien we in vraag 4. God stuurt giftige slangen. Die bijten de mensen, zodat ze erg ziek worden en sterven. Je kunt hier ook uitleggen hoe de duivel als een sluwe slang ons vergiftigt met leugens en verleidingen. Dat verziekt ons. Dat maakt dat we niet eeuwig kunnen leven.
We willen dat dit Bijbelgedeelte heel actueel is voor de kinderen. Daarom staan we in vraag 5 stil bij wat het met ons doet als we straf krijgen. Dat maakt je verdrietig. Of misschien ook bang. Je kan zelfs boos worden als je niet inziet dat je straf verdient. Hoe dan ook, het voelt niet fijn als er iemand boos op je is en je straf krijgt. Dat nare gevoel gaat alleen maar weg als je het goed maakt. Hoe? Zeggen dat je fout was en vergeving vragen voor wat je deed. (Dat gaat dieper dan alleen maar ‘sorry’ zeggen…) Hoe voel je je, wanneer het weer goed is met de ander? Blij, dankbaar, opgelucht.
In vraag 6 gaan we terug naar Numeri 21. In vers 7 zien we dat de Israëlieten beseffen dat ze zonde hebben gedaan. Ze noemen ook concreet wat die zonde was: ze hebben slechte dingen tegen de HEERE en Mozes gezegd. Ze vragen Mozes te bidden. Trek de lijn door naar het leven van nu. Wij mogen zelf bidden: onze zonden aan de Heere vertellen en om vergeving vragen. Bij vraag 7 zien we dat God naar het gebed om vergeving luistert. Hij belooft genezing. Hij belooft nieuw leven. Mozes moet een koperen slang maken en die op een lange paal vastmaken. Ieder die naar deze koperen slang kijkt, wordt beter. Is het de koperen slang die geneest? Nee! (In 2 Koningen 18:4 zien we dat de koperen slang vernietigd moet worden, omdat men de slang als afgod was gaan gebruiken.) Maak heel duidelijk dat het gaat om het geloven in het Woord van God, het vertrouwen op Zijn belofte: wie kijkt, zal genezen. God Zelf geneest hen, want Hij doet wat Hij belooft. Wie kijkt, laat daarmee dus zien dat hij of zij God vertrouwt en Zijn woorden gelooft.
Zo komen we in vraag 8 we uit bij Johannes 3:14-15. Daar gaat het over de Zoon des mensen. Dat is de Heere Jezus. Hij moest aan het kruis gehangen worden. Zijn kruisdood is het enige redmiddel voor ons zondaren. Daar moeten we op zien. Net zoals de gebeten Israëlieten moesten opzien naar de koperen slang op de lange stok. De vergelijking tussen de koperen slang en de Heere Jezus aan het kruis maakt duidelijk dat er geen ander redmiddel is om te genezen van onze zonden, dan het zien op Jezus. Alleen zo kan de straf op onze zonde, het verderf (dat is de eeuwige dood), te niet gedaan worden. Alleen zo komt het goed tussen God en jou! (Vraag 9)
Kijken naar de koperen slang is vertrouwen en geloven dat deze opdracht van God je beter maakt. Zien op Jezus, Die aan het kruis stierf, is vertrouwen en geloven dat Hij je beleden zonden vergeeft. Wat een wonderlijk plan van God! Hij belooft dat Hij ook vergeving zál schenken.
Met de slotactiviteit (vraag 10) proberen we concreet te maken wat het betekent dat het bloed van Christus ons kan reinigen van alle zonden. Ze worden onzichtbaar.
Het werkblad voor de kinderen vind je in de download.