Bijbelgedeelte: Richteren 7

Context
In de vorige vertelling hebben we gezien dat de Heere Gideon geroepen heeft. Gideon vindt zichzelf te jong en de vijanden te sterk. Maar de Heere belooft Gideon dat Hij met hem zal zijn. Hij geeft Gideon er een duidelijk teken bij. Gideon vernielt het altaar en het beeld van de afgod Baäl. Het hele volk kan nu zien dat de Heere alleen God is.

Kerntekst
Richteren 7:9 En het geschiedde in die nacht, dat de Heere tot hem zeide: Sta op, ga henen af in het leger, want Ik heb het in uw hand gegeven.

Doelstellingen

De kinderen weten dat de Heere de verlossing geeft.
Ze beseffen dat Gideon op de Heere alleen vertrouwt.
Ze worden opgeroepen ook hun vertrouwen in alle dingen alleen op de Heere te stellen.

Zingen

Psalm 46:6; 48:6; 52:7; 98:1; 138:1
OMK - Gideon een dapper man / ‘k Stel mijn vertrouwen
ZB - God is getrouw / Heer’ wees mijn Gids / Machtig God, sterke Rots

Geloofsleer

HC zondag 10 - Over de voorzienigheid Gods

Introductie
De kinderen zijn op het plein aan het spelen. Kijk nou eens: Peter geeft Justin een duw. Als Justin achteruitstruikelt, komen Derk en Willem er ook bij. Ze blijven duwen, ze beginnen te schoppen en te slaan. Justin zie je bijna niet meer met al die jongens om hem heen. Hij kan niet weglopen. Hij slaat zijn arm voor zijn gezicht en huilt. Wat voelen de jongens zich geweldig. Kunnen ze wel: met zijn allen tegen één. Justin kan toch nooit winnen tegen zo’n hele groep knullen! Al snel komt de juf aanlopen. ‘Wat is hier aan de hand?’ vraagt ze streng.

Beginzin
Het is nog heel vroeg in de morgen. Gideon staat op. Steeds meer soldaten komen bij hem staan. Vandaag gaan ze op pad.

Vertelschets

Gideon heeft heel veel mannen bij elkaar geroepen. Hij heeft precies gedaan wat de Heere tegen hem gezegd heeft. Hij moet gaan vechten tegen de vijanden. Nu maakt Gideon alles klaar om straks naar de vijanden toe te gaan. Heel veel mannen zijn gekomen om met Gideon te gaan vechten tegen de Midianieten. Dat is fijn. Hij hoeft het niet alleen te doen. De Heere geeft het dat er zoveel mannen gekomen zijn.
Ergens op een plekje zetten de soldaten hun tenten neer. Hier zullen ze slapen. Hier is nu een poosje hun huis. Hier wonen ze nu voor een poosje. Een eindje verderop komen alle mannen bij elkaar staan. Ook Gideon. En dan begint de Heere tegen hem te praten. ‘Gideon, er zijn veel te veel mannen. Als jullie straks gewonnen hebben dan zeggen alle soldaten: ‘Kijk toch eens, dat hebben wij knap gedaan.’ Dan vinden ze zichzelf heel goed. En dat wil Ik niet. Ik wil dat ze zeggen. Wat is de Heere goed. Daarom moeten er soldaten naar huis, Gideon.’
Gideon begrijpt het niet. Ja, er zijn wel veel soldaten. Maar de vijanden, de Midianieten, hebben er nog veel en veel meer. Moeten er dan van hun groep nu soldaten naar huis? Ja, zo wil de Heere het. En wat de Heere zegt, moet gebeuren. En daarom doet Gideon wat de Heere zegt.
‘Luister Gideon’, zegt de Heere, ‘vraag maar aan de soldaten wie er bang is, wie er liever toch niet mee wil. Zij moeten bij de tenten blijven.’ Dat doet Gideon. En kijk eens, heel veel mannen zijn echt bang. Ze gaan liever weer terug. Eigenlijk durven ze niet. Daar gaan ze. Terug naar huis. Wat is het leger van Gideon nu klein geworden.
Maar de Heere vindt het nog te groot. ‘Gideon, je moet nog meer mannen wegsturen,’zegt de Heere. Weer luistert Gideon naar de Heere. Kijk eens: de soldaten van Gideon zijn bij de rivier om te drinken. Sommigen bukken diep naar het water en slurpen het zo op. Anderen scheppen het met hun handen op en drinken zo. Die soldaten blijven bij Gideon. Dat zijn er maar 300! Moet hij met zo weinig mannen gaan vechten? Tegen al die Midianieten? Dat winnen ze nooit. Dat lukt vast niet. Maar toch gelooft Gideon dat de Heere hen zal helpen.
Midden in de nacht sluipt Gideon met een knecht naar de tenten van de Midianieten. Het is gevaarlijk, maar de Heere heeft gezegd dat het moest. Ineens horen ze stemmen. Ze staan heel stil bij een tent. ‘Ik heb gedroomd’, zegt een soldaat. ‘Weet je wat er gebeurde? Er kwam een gerstebrood aanrollen, zo het tentenkamp in. Het rolde zo de tent ondersteboven. Ik vond het zo vreemd.’ ‘Nou, dan begrijp ik het al’, zegt een andere stem. ‘Dat betekent dat Gideon met zijn legertje van ons zal winnen.’ Wat is Gideon blij als hij dit hoort. Hij aanbidt de Heere, hij dankt en looft Hem.
Snel gaan ze terug om de soldaten te roepen. Heel zachtjes gaat Gideon met zijn soldaten naar de Midianieten. Die slapen en weten niet dat Gideon al zo dicht bij is.
Alle soldaten van Gideon hebben een bazuin bij zich. Dat is een soort trompet waar je heel hard op kunt blazen. Ook hebben ze allemaal een kruik, een stenen fles, bij zich. In die kruik zit een brandende fakkel. Heel zachtjes zijn ze naar de vijanden geslopen. Plotseling blaast Gideon op zijn bazuin. Alle mannen van Gideon doen dat ook. Wat is er ineens veel lawaai. Iedereen slaat zijn kruik kapot en dan is er overal het licht van de brandende fakkels. Dan beginnen alle soldaten te roepen: ‘Voor de Heere en voor Gideon!’
Wat schrikken de Midianieten. Waar komt al dat lawaai vandaan? En overal zijn brandende fakkels. Snel pakken ze hun speren en zwaarden. Ze steken en slaan. Ze denken dat er overal soldaten van Gideon zijn. Maar dat is niet zo. Ze steken juist elkaar dood. Daarna rennen de soldaten hard weg. Wat zijn ze bang, ze vluchten. Nu is er niet één vijand meer in het land. Dat heeft de Heere gedaan. Wat een groot wonder!

Slotzin
Gideon had maar zo weinig soldaten en toch hebben ze alle vijanden weggejaagd. Ja, als de Heere met je is, dan win je altijd. Dan hoef je nooit meer bang te zijn. Is dat niet heerlijk?

Gesprek
Bij wie waren er de meeste soldaten? Bij Gideon of bij de vijanden? Waarom moeten er zoveel soldaten weer terug? Waarom zullen ze toch winnen? Wat hadden de soldaten in hun hand? En wat nog meer? Wat doen de vijanden als ze wakker worden? Wie heeft er gewonnen? Hoe kan dat?

Samenvatting
De Heere vertelt Gideon dat het leger veel te groot is. Degenen die bang zijn, mogen teruggaan naar huis. Er zijn nog te veel soldaten; degenen die met handbewegingen het water opslurpen mogen blijven. Dat zijn er 300. Die nacht gaan Gideon en zijn knecht naar het leger van de Midianieten. Zij horen daar twee soldaten praten en dan weet Gideon dat hij, in Gods kracht, zal overwinnen. Hij verdeelt zijn leger in drie groepen, geeft elke man een bazuin en een fakkel in een kruik. Op zijn teken blazen ze de bazuin en breken ze de kruiken. Volledig overrompeld en in verwarring vallen de Midianieten elkaar aan en slaan op de vlucht. Gideon achtervolgt hen en behaalt de overwinning.

Vragen