Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C1.18, C3.7 en C3.13 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- De herders (C1.18)
- De Midianieten verslagen (C3.7)
- Elia bij de beek Krith (C3.13)
Psalmtekst
Looft der he-ren Op-per-heer;
Buigt u nee-drig voor Hem neer;
Want Zijn gunst, al-om ver-spreid,
Zal be-staan in eeuw-ig-heid.
Uitleg
C1.18
Gods kinderen worden in de Bijbel vaak aangeduid met schapen. Weerloze, afhankelijke dieren. Ze mogen grazen, hun voedsel vinden, in het Woord van God. Omdat ze door genade tot Gods kudde zijn gaan behoren, brengen ze Hem de lof, nu nog gebrekkig, straks eeuwig volmaakt. In dit leven zingen ze van geslacht tot geslacht de trouw, de roem en onoverwinbare krachten van de Herder, de Heere hun God.
C3.7
Buig need'rig voor Hem neer. Als wij klein zijn, dan is Hij groot. Gideon behaalde de overwinning met maar 300 man. Zonder, paard, zonder wagen, maar met God, de Opperheer!
C3.13
De daden van de Heere zijn wonderlijk. Denk aan het eten wat de raven brengen. Zijn Naam moet eeuwig, altijd alle eer ontvangen. Vroeg en spâ: komt van spade, betekent laat.