Deze vertelschets gaat over Handelingen 1:1-11 en hoort bij les C1.45 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 1:1-11
Context
De Heere Jezus is 33 jaar op aarde geweest. Zijn lijden en sterven is volbracht. Hij is ook weer opgestaan. Zijn werk op aarde is klaar. Hij mag terug naar Zijn Vader in de hemel. Daar is Hij nu nog, Hij zit aan de rechterhand van de Vader. Er gaat rust van Zijn zitten uit. Hij bidt daar voor Zijn kerk. Hij is heengegaan om een plaats te bereiden voor Zijn kerk. Eenmaal zal Hij terugkomen. Dan zal iedereen Hem zien.
Kerntekst
Handelingen 1:8m En gij zult Mijn getuigen zijn.
Doelstellingen
- De kinderen kennen de geschiedenis en de betekenis van de hemelvaart.
- Ze beseffen dat ook zij de taak hebben naar hun medemensen toe om over de Heere te vertellen.
- Ze worden zich bewust van de zegen, die de dominee elke keer dat ze in de kerk zijn op hen legt en leren iets over de betekenis van die zegen.
Zingen
- Psalm 24:4, 5; 47:3; 110:1; 119:3
- UMK - Na veertig blijde dagen / Naar de hemel ging de Heer’
- ZB - Samen in de naam van Jezus
Geloofsleer
- Apostolische Geloofsbelijdenis
- HC, zondag 18-19 - De hemelvaart
- NGB, art. 26 - De voorbidding van Christus
- NGB, art 37 - Het laatste oordeel
Introductie
We hebben heel veel verhalen gehoord over de tijd dat de Heere Jezus op aarde was. Nu is Hij niet meer op aarde. Waar is de Heere Jezus nu? Zal Hij daar altijd blijven? Naast Wie zit Hij? Wat doet Hij daar?
Beginzin
Een eindje buiten de grote en mooie stad Jeruzalem loopt een groepje mannen. Het zijn de Heere Jezus en Zijn discipelen. De discipelen weten niet dat ze vandaag voor het laatst samen met de Heere Jezus wandelen.
Vertelschets
- Drie jaren zijn zij samen geweest en hebben ze elke dag naar Hem geluisterd. Ze hebben gezien welke wonderen Hij deed. Ze waren erbij toen Hij al die mensen te eten gaf terwijl er maar vijf broden en twee visjes waren. Ze hebben gezien hoe Hij de blinde Bartimeüs weer liet zien.
- De discipelen hebben gezien dat de Heere Jezus aan het kruis gestorven is. Maar ze zien het met hun eigen ogen: hun Meester is niet dood gebleven, Hij is opgestaan. Zij weten het zeker: Jezus is de Zoon van God.
- ‘Luister eens’, zegt Hij nog een keer. ‘Jullie zijn nu in Jeruzalem. De stad waar de tempel, het huis van God staat. Jullie moeten in Jeruzalem blijven en bidden om de Trooster, de Heilige Geest. Die zal jullie helpen als je over Mij vertelt. Als de Heilige Geest gekomen is, moeten jullie weggaan uit Jeruzalem. Dan moeten jullie het aan alle mensen vertellen: Jezus, Gods Zoon is opgestaan!’
- Alle mensen, alle vaders, alle moeders, alle kinderen, moeten weten dat de Heere Jezus God is, ze moeten Hem leren kennen en Hem leren liefhebben.
- Heb jij de Heere Jezus al lief? Probeer jij naar Hem te luisteren en probeer je al die verkeerde dingen niet meer te doen? De Heere wil dat je van Hem houdt met heel je hart.
- De discipelen hebben goed naar de Heere Jezus geluisterd. Ja, eerst zullen ze in Jeruzalem blijven wachten en bidden om de Heilige Geest. Daarna zullen ze aan alle mensen, in heel veel verschillende landen, vertellen Wie de Heere is. Iedereen moet dat weten.
- Ze zijn op de Olijfberg gekomen. Vanaf de berg kun je ver kijken, maar daar kijkt de Heere niet naar. Hij kijkt nog een keer Zijn discipelen aan. Kijk, Hij steekt Zijn handen uit en zegent Zijn discipelen. Hij bidt voor hen of de Heere God altijd dichtbij hen wil zijn en of Hij hen wil helpen bij het vertellen over God. Dat kunnen zij niet alleen.
- Ook nu moet de Heere de dominee, je vader en moeder, de juffrouw op school en op zondagsschool helpen als zij vertellen over de Heere, uit de Bijbel vertellen. De Heere wil jou ook helpen als jij met je vriendje of vriendinnetje praat over de Heere Jezus. Doe jij dat? Vertel jij aan anderen hoe goed de Heere voor jou zorgt en hoe Hij je telkens helpt? Iedereen moet weten dat de Heere Jezus leeft.
- De discipelen luisteren en kijken, maar wat is dat? De voeten van de Heere Jezus staan niet meer op de aarde. Zijn handen zijn nog steeds uitgebreid. Steeds hoger gaat Hij. De Heere blijft niet op de aarde. Hij gaat terug naar de hemel. Daar hoort Hij, dicht bij Zijn Vader.
- Opeens komt er een wolk tussen de Heere en de discipelen op de aarde. Zij kunnen Hem niet meer zien. Toch blijven ze omhoog kijken. Zij begrijpen er niets van. Is hun Meester nu weg? Waar is Hij dan? Kunnen ze Hem nu nooit meer zien? Ze worden er een beetje verdrietig van. Hun lieve Meester is weg.
- Opeens horen zij stemmen naast zich. Verrast kijken zij opzij; ze zien twee mannen staan, twee engelen met witte kleren aan. De Heere Jezus heeft hen gestuurd. Ook nu Hij in de hemel is, wil Hij voor Zijn vrienden zorgen. Hij wil hen troosten en weer blij maken.
- ‘Waarom kijken jullie naar de hemel?’ vragen de twee mannen aan de discipelen. ‘Jullie kunnen Hem nu niet meer zien, want Hij is naar Zijn Vader in de hemel teruggegaan. Daar blijft de Heere een hele poos, maar eens zal Hij terugkomen naar de aarde en iedereen op de aarde zal Hem zien.’
- De discipelen zijn weer blij geworden. Samen danken en aanbidden ze de Heere. Wat is de Heere een almachtige en trouwe God. Hij blijft voor hen zorgen, ook nu Hij in de hemel is.
- De Heere zorgt ook voor jou. Elke dag geeft Hij jou kleren, eten, een dak boven je hoofd. Er zijn mensen die voor je zorgen en je dingen willen leren. Zeg je ‘dank u wel’ tegen de Heere God in de hemel of vergeet je dat?
- De discipelen kunnen niet op de berg blijven, zij moeten teruggaan naar Jeruzalem. Zo had de Heere het tegen hen gezegd. Naar hun Meester willen zij luisteren. Daar gaan ze
Slotzin
Ze vinden een huis waar ze blijven. In dat huis bidden ze, tien dagen lang. Net zo lang tot de Heilige Geest komt Die de Heere Jezus had beloofd.
Gesprek
Waarom is de Heere Jezus naar de hemel gegaan? Wanneer komt Hij terug? Wat gebeurt er dan?
Waarom keken de discipelen nog steeds naar de hemel? Wat zeiden de engelen?
Praat met de kinderen over ‘zegenen’. Weten zij wat dat is? Hebben zij dat wel eens in de kerk gezien? Wat doet de dominee dan en waarom, wanneer? Wat is zegenen eigenlijk?
Samenvatting
De Heere Jezus belooft aan de discipelen dat ze de Heilige Geest zullen ontvangen. Ze zullen Zijn getuigen zijn in Jeruzalem, Judea, Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. De Heere Jezus vaart omhoog. Als ze Hem niet meer kunnen zien komen er twee engelen die zeggen dat de Heere Jezus bij Zijn wederkomst op dezelfde manier zal terugkomen. Dan gaan de discipelen vanaf de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Daar blijven ze bij elkaar en bidden tot God.
Vragen
- Wat belooft de Heere Jezus aan de discipelen?
- Wie komen er als de Heere Jezus weg is?
- Wat doen de discipelen in Jeruzalem?
- Bid jij ook tot de Heere Jezus of Hij doet wat Hij beloofd heeft?
- Wat heeft de Heere aan jou beloofd?