Deze vertelschets gaat over Matthéüs 27:57-66 en hoort bij les A2.35 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Matthéüs 27:57-66
Context
In de voorafgaande verzen van Mattheüs 27 is de kruisiging van Jezus beschreven, Zijn sterven en de tekenen die toen geschiedden. Wat in de volgende verzen verteld wordt, gebeurt tussen drie en zes uur ’s middags.
Kerntekst
Jesaja 53:9 Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is.
Doelstellingen
- De kinderen leren wat de begrafenis van de Heere Jezus voor ons betekent
- Ze weten dat de opstanding van Jezus zeker is
- Ze beseffen dat er moed voor nodig was om het lichaam van Jezus te vragen en te begraven
- Ze weten dat Christenen hun doden begraven en niet cremeren omdat Jezus het graf voor Zijn kinderen heeft geheiligd
Zingen
- Psalm 16:5,6; 89:19; 103:8,9
- ZB - Alzo lief had God de wereld / Dat God ons zo nabij wil zijn / Diep, diep aan Uwe voeten
Geloofsleer
- HC zondag 16 - Dood en begrafenis van Jezus
- NGB art.21 - Voldoening door Christus
- DL 2, 3 en 4 - Dood van Christus
Introductie
De buurman is gestorven. Je had niet zoveel contact met hem. Hij was een beetje zonderling. Op zijn rouwbrief staat dat hij gecremeerd wordt. Je schrikt er een beetje van. Mag dat eigenlijk wel? Het dode lichaam van iemand verbranden? De andere mensen in de straat vinden het heel gewoon, maar zij gaan eigenlijk niet of zelden naar de kerk. Staat er eigenlijk iets over in de Bijbel?
Beginzin
Het is laat in de middag, op die bijzondere vrijdag. Jezus heeft net geroepen met een grote stem: ‘Het is volbracht!’ Toen gaf hij Zijn ziel in de handen van Zijn Vader. Daar hangt nu Zijn dode lichaam tussen de twee moordenaars in.
Vertelschets
- Op een afstand van het kruis van Jezus staan enkele vrouwen en bekenden van Hem. Ze hebben alles gezien. Ook hoe Hij stierf. Wat nu? Zal Hij nu straks door de soldaten in het graf van de misdadigers worden gelegd?
- Maar dat mag niet gebeuren! Hoe moet dat nu? Niemand van Zijn bekenden durft Zijn lichaam van het kruis te nemen of het aan de soldaten te vragen. Stel je voor dat de leden van het Sanhedrin het zien. Stel je voor dat zijzelf gevangen genomen worden of misschien wel gedood!
- Ineens loopt een deftig geklede man bij het groepje weg. Je kunt aan zijn kleren wel zien dat hij rijk is. Snel loopt hij naar het paleis van Pilatus. Hij praat wat met de wachter en even later is hij binnen.
- ‘Mag ik het lichaam van Jezus hebben?’ vraagt hij aan Pilatus. ‘Is Hij nu al gestorven dan?’ antwoordt Pilatus verbaasd. Jozef van Arimathea, zo heet deze man, knikt. Pilatus denkt even na, ach waarom ook niet, dan wordt deze Jezus begraven en dat zal het Sanhedrin vast niet leuk vinden. Pilatus wil laten zien dat hij toch de baas is en hij geeft Jozef toestemming.
- Daar komt Jozef, met enkele soldaten, bij het kruis terug. De soldaten moeten kijken of Jezus wel echt gestorven is. Daarna halen ze Hem van het kruis af en Jozef neemt Zijn lichaam mee.
- Vol eerbied draagt hij Het lichaam weg. Ineens komt iemand hem helpen. Hé, dat is Nicodemus, je weet misschien nog wel dat hij een keer ’s nachts bij Jezus kwam omdat hij bang was. Nu is al zijn bangheid weg. Hij heeft 100 pond specerijen gekocht om het lichaam van Jezus klaar te maken voor de begrafenis.
- Jozef zelf heeft prachtige stoffen, fijn lijnwaad, gekocht om Zijn lichaam in te wikkelen. Samen dragen ze Jezus weg. De anderen volgen op een afstandje.
- Jozef en Nicodemus waren tijdens Jezus’ leven zo bang om bij Hem te horen, maar nu is alle angst weg. Ze geven Jezus een Koninklijke begrafenis. Nu wordt vervuld wat in Jesaja 53:9 staat.
- Eerbiedig wikkelen ze de Heere Jezus in doeken. De heerlijke specerijen strooien ze ertussen. Jozef is een rijke man. Het is de gewoonte dat rijke mensen tijdens hun leven al een graf voor zichzelf en hun familie laten maken. De armere mensen worden op de gemeenschappelijke begraafplaats begraven.
- Jezus krijgt dus echt een rijke begrafenis. Hij wordt in het nieuwe graf van Jozef gelegd. De vrouwen zien hoe Jozef en Nicodemus samen de grote steen voor het graf rollen. Zo kan niemand in het graf komen en is het lichaam veilig voor roofdieren.
- Verdrietig gaan ze allemaal naar huis. Hoe moet het nu verder? Het wordt al donker. De sabbat begint. In hun harten is het ook donker geworden. Ze begrijpen er niets van. In dit verdrietige uur denken ze er niet meer aan dat Jezus gezegd heeft dat hij op de derde dag zal opstaan. Ze zijn het helemaal vergeten.
- De overpriesters en Farizeeën hebben het echter niet vergeten! Het is al sabbat als ze met spoed bij elkaar komen. ‘We moeten naar Pilatus, hij moet ervoor zorgen dat het lichaam niet uit het graf kan komen.’ Zo snel ze kunnen, gaan ze naar de stadhouder.
- Heel onderdanig vragen ze: ‘Heer, we herinneren ons dat deze verleider, toen Hij nog leefde, gezegd heeft: ‘Na drie dagen zal ik opstaan.’ Beveel dan dat het graf verzegeld wordt tot de derde dag, zodat Zijn discipelen Hem niet stiekem ‘s nachts kunnen stelen en tegen het volk zeggen dat Hij is opgestaan. Dan zal de laatste dwaling erger zijn dan de eerste.’
- Pilatus is hun gezeur zat: ‘Goed, jullie krijgen je wacht’, zegt hij. En zo gebeurt het. De steen voor het graf wordt verzegeld en er komen soldaten de wacht houden.
- ‘Ziezo’, denken ze, ‘nu kan er niets meer fout gaan.’
- De overpriesters en Farizeeën beseffen niet dat ze het helemaal mis hebben. Alles zal gebeuren zoals de Heere Jezus het voorzegd heeft. Hij is God!
Slotzin
Met Zijn begrafenis bewijst Jezus dat Hij echt gestorven is. Alles is echt volbracht. Daarmee werden ook oude profetieën vervuld. Maar toen het gebeurde, begreep eigenlijk niemand het.
Gesprek
- Waarom was het zo nodig dat Jezus ook begraven werd? Hij kon toch meteen weer levend zijn geworden? Zou jij gecremeerd willen worden? Waarom niet? Wat betekent deze geschiedenis voor jou?
- Wat staat er eigenlijk in Jesaja 53:9? Wat betekent dat? Kijk eens in andere teksten van dit hoofdstuk. Welke teksten zijn vervuld?
Samenvatting
Jozef van Arimathea verzoekt Pilatus hem het lichaam van Jezus te geven, zodat hij Hem kan begraven. Samen met Nicodemus begraaft hij Jezus, gewikkeld in een fijn kleed in zijn eigen graf. De vrouwen kijken toe. De overpriesters en farizeeën willen dat het graf verzegeld wordt. De gedachte dat de discipelen Zijn lichaam zouden wegnemen en zeggen dat Hij is opgestaan, is onverdraaglijk voor hen. Als Pilatus toestemming geeft, verzegelen ze het graf en plaatsen er bewakers bij.
Vragen
- Wie is Jozef van Arimathea?
- Wat lees je in Jesaja 53:5b? Wat betekent dat?
- Waar zijn de overpriesters en farizeeën bang voor?