Deze vertelschets gaat over 1 Samuël 6:1 tot 7:1 en hoort bij les B3.16 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 1 Samuël 6:1 tot 7:1
Context
De ark is zeven maanden in het land van de Filistijnen geweest, o.a. in Gath, Asdod en Ekron. De Heere heeft laten zien dat Hij God is en Hij heeft hen gestraft met zweren en een muizenplaag.
Kerntekst
1 Sam. 6:11,12a En zij zetten de ark des HEEREN op de wagen en het koffertje met de gouden muizen en de beelden hunner spenen. De koeien nu gingen recht in dien weg, op de weg naar Beth-Semes.
Doelstellingen
- De kinderen horen dat God er Zelf voor zorgt dat de ark weer in Israël komt. Hij wil graag dichtbij Zijn volk zijn.
- Ze beseffen dat zonde Gods eer aantast en daarom gestraft moet worden.
- Ze leren dat eerbied belangrijk is als er over/door de Heere gesproken wordt.
Zingen
Psalm 130:2; 143:2,8; Gebed des Heeren: 4,6
UAM - Ach, blijf met Uw genade / God louter licht
ZB - Heilig, heilig, heilig
Geloofsleer
HC vraag 10 en 11 - Straf op de zonde
NGB art. 13 - De voorzienigheid; Gods wijsheid
NGB art. 20 - De rechtvaardigheid en barmhartigheid
Introductie
Laat een plaat van de ark zien. Vraag de kinderen:
Waar hoort de ark te staan? In het heilige der heilige
Waarom hoort hij daar te staan? Omdat de Heere daar woont. Hij is heilig en dus de ark ook.
Beginzin
Hoor eens! Het lijkt wel of ik iets hoor. Het zijn koeien die loeien. Het klinkt alsof ze verdrietig zijn…..
Vertelschets
- De koeien willen graag naar hun kalfjes terug die net geboren zijn! Maar ze worden door de Heere God ergens anders heen gestuurd. Kijk maar, ze lopen voor een kar. En weet je wat er op die kar staat? Het is de ark.
- Maar de ark hoort toch niet op een kar van hout, getrokken door koeien!
- Nee, eigenlijk hoort de ark in de tabernakel. Maar de Filistijnen hadden de ark meegenomen naar hun land toen er oorlog was. De Heere zorgt er voor dat de ark nu weer terug komt.
- Hij heeft de Filistijnen gestraft met zweren op hun lichaam en muizen die het graan opaten. Nu willen ze de ark niet meer hebben. Hij moet terug naar Israël.
- Ze hebben hun waarzeggers bij elkaar geroepen. ‘Hoe zullen we de ark terugsturen naar Israël?’ ‘Jullie moeten geschenken, offers, bij de ark doen. Dan zal de God van de Israëlieten misschien niet meer boos op ons zijn.’
- De Filistijnen hebben van goud vijf muizen en vijf zweren (spenen) nagemaakt. Die zitten in een soort koffertje bij de ark. Dat is een kostbaar geschenk!
- Toch geloven de waarzeggers nog niet dat de straf van de zweren en de plaag van de muizen van de Heere komt. Het kan toch ook toevallig zijn dat in alle steden waar de ark was zweren en muizen kwamen?
- Daarom zeggen ze: ‘Neem koeien die een kalfje hebben en die nog nooit met een juk gelopen hebben. Laat die voor de kar met de ark lopen.’ De Filistijnen zijn verbaasd.
- Iedereen weet dat de koeien dan meteen terug naar de stal gaan waar hun kalfjes staan! En dat ze het juk vervelend vinden, waardoor ze het af willen schudden.
- Toch doen ze het. De ark wordt op een nieuwe kar gezet met de koeien ervoor. Wat zal er gebeuren?
- De koeien gaan meteen de goede kant op. Ze loeien wel omdat ze hun kalfjes missen, maar toch weten ze dat ze naar Israël moeten lopen. Daar zorgt de Heere voor. Hij stuurt de koeien over de weg naar Israël. Ze gehoorzamen.
- God brengt de ark weer terug in Jeruzalem. Achter de ark lopen een aantal belangrijke Filistijnen.
- Als de koeien in Beth-Semes komen, stoppen ze. Nu zijn ze in Israël.
- Op het land zijn mensen aan het werk. ‘Kijk eens! Wat staat daar op die kar? Het lijkt de ark wel! Zou dat echt waar zijn? Kom, we gaan snel kijken.’
- Ja hoor, het is de ark! Het goud van de cherubs (engelen) glimt in de zon. Wat prachtig! De ark is eindelijk terug! De mensen zijn verwonderd en blij! Ze proberen zo dicht mogelijk bij de ark te komen.
- De ark wordt door Levieten, de knechten van God die in de tabernakel de priesters hielpen, van de kar gehaald. Dan hakken ze de kar in stukken en gebruiken het hout samen met een grote steen die ze zien liggen voor een altaar. Ze gaan de Heere offeren omdat ze zo blij zijn! Het is een dankoffer. God is goed voor hen. Hij wil zo graag dat ze Hem gaan dienen, Hem alleen!
- Dat wil de Heere ook graag van ons. Hij zorgt goed voor ons en wil dichtbij ons zijn, maar Hij doet het zodat we Hem gaan dienen. Hem alleen! Doe jij dat al?
- Iedereen wil vooraan staan. De mensen dringen allemaal naar voren. Het liefst zou iedereen de ark aanraken. De mensen zijn nieuwsgierig en oneerbiedig. Nu kunnen ze alles een keer goed zien, als de ark in de tabernakel staan kan dat niet. Maar het mag ook niet! De Heere had het verboden om de ark aan te raken en van dichtbij te bekijken. De ark in hoort in het heilige, het is de plaats waar de Heere woont. En de Heere is heilig! Daarom is de ark ook heilig. Mensen, pas toch op, dit wil de Heere niet!
- En dan gebeurt het: er valt zomaar iemand op de grond. En nog iemand, en daar weer iemand. De Heere straft de mensen voor hun zonde van oneerbiedigheid en nieuwsgierigheid. Veel mensen moeten sterven. De mensen hebben veel verdriet en begrijpen het nu: de Heere is heilig. Hij wil wel graag dichtbij hen zijn en heeft de ark bij hen teruggebracht, maar de Heere is ook heilig! Daarom moeten ze voortaan eerbiedig zijn voor de Heere en Zijn ark.
- Ben jij ook eerbiedig als je in de kerk bent waar de Heere is of als er uit de Bijbel gelezen wordt, als je bidt? Vergeet het niet: de Heere is een heilig God!
- Eén van de mannen zegt: ‘De Heere is heilig, wij kunnen niet zomaar dichtbij Hem en de ark zijn. Weet je wat, laat de ark maar ergens anders staan. Niet bij ons. Dan kan er nooit meer zoiets vreselijks gebeuren.’
- Ze vragen of de ark in de stad Kirjath-Jeárim mag staan. De mannen van die stad komen hem halen en voorzichtig en eerbiedig nemen ze de ark mee. Zo wordt hij bij Abinadab gebracht. De zoon van Abinadab wordt speciaal uitgekozen om voor de ark te zorgen.
Slotzin
Zo heeft de ark een nieuwe plaats gekregen, gelukkig weer in Israël. Zo wil Heere wil toch dichtbij bij Zijn volk zijn, ondanks dat Hij de zonde moest straffen. De mensen in Israël weten het: de Heere is heilig en goed!
Gesprek
Waarom gaven de Filistijnen geschenken mee met de ark?
Moeten wij ook iets aan de Heere geven als we gaan bidden om vergeving? Waarom niet?
Waarom wilden de mensen uit Beth-Semes de ark niet meer in hun woonplaats?
Hoe kwam het dat het in Kirjath-Jeárim wel goed ging?
Wat is eigenlijk echt eerbiedig zijn? (denk aan eerbiedige houding, maar ook de gesteldheid van het hart: ‘Wie tot Hem komt, moet geloven dat Hij is en een beloner van wie Hem zoeken’)
Waarom is het zo belangrijk om eerbiedig te zijn?
Samenvatting
De ark moet terug naar Israël. Op een nieuwe kar, met een koffertje met vijf gouden muizen en vijf gouden spenen als geschenk, met koeien die nog nooit een juk gedragen hebben, wordt de ark teruggestuurd. De koeien lopen vanzelf de goede kant op, een teken dat de Heere deze straf over de Filistijnen gebracht heeft. In Israël is grote vreugde. Offers worden gebracht om de Heere te danken. Toch vergeten de Israëlieten wat de Heere gezegd heeft. Veel mensen worden gestraft omdat ze in de ark gekeken hebben. De ark wordt dan naar Kirjath-Jearim gebracht, waar Eleazar de taak krijgt om de ark te bewaren.
Vragen
- Waarom willen de Filistijnen de ark kwijt?
- Hoe komt de ark terug in Israël?
- Wat is de reactie van de mensen in Israël?
- Wat zegt de straf die de Israëlieten krijgen over de Heere?
- Waar wordt de ark dan bewaard?