Deze vertelschets gaat over Handelingen 5:1-11 en hoort bij les B1.34 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 5:1-11
Context
Na de Hemelvaart van de Heere Jezus Christus is er een christengemeente (kerk) ontstaan te Jeruzalem. Er gebeuren grote dingen in dit deel van Gods Koninkrijk. Er is eenheid in hart en ziel tussen de leden van deze gemeente. Gemeenschappelijkheid speelt een belangrijke rol, er is niemand die gebrek heeft. Dit komt doordat de rijken (delen van hun) land en ook huizen verkopen. De opbrengst brengen ze bij de apostelen in Jeruzalem. Deze delen dit geld uit aan de armen. Wellicht heeft dit Ananias en Saffira, twee leden van de gemeente, aangespoord om een plan te maken om zichzelf te laten eren.
Kerntekst
Handelingen 5:4b Gij hebt de mensen niet gelogen, maar Gode.
Doelstellingen
- Het wordt de kinderen duidelijk dat het hier niet zomaar om liegen gaat, maar om het liegen tegen de Heilige Geest.
- Ze beseffen hoe belangrijk het is om eerlijk te zijn, zeker ook in de gemeente.
- Ze begrijpen dat de duivel de jonge gemeente wil verstoren.
Zingen
- Psalm 32:3; 119:1; 139:14
- ZB - Doorgrond mijn hart / Zoekt eerst het Koninkrijk van God
- UAM - Heer’ U hebt ons in dit leven
Geloofsleer
- HC vraag 11 - Gods barmhartigheid
- HC zondag 43 - Het negende gebod
- NGB art. 11 - De Godheid van de Heilige Geest
- DL 1 art. 3, 4, 5 - De prediking van het Evangelie, de tweeërlei uitwerking ervan en de oorzaak van deze uitwerking.
Introductie
Doen alsof… Heb jij weleens gedaan alsof …. je iemand heel leuk vond? Alsof je iets heel goed kunt? Alsof je vrolijk was? Alsof … Wat vind je van doen alsof? Waarom doe je eigenlijk alsof….?
Beginzin
‘Ik heb een goed plan! Kijk eens hoeveel geld ik heb gekregen voor wat we hebben verkocht.’
Vertelschets
- Vragend kijkt Saffira haar man aan. Wat voor plan zou hij hebben? Het eerste plan hebben ze al uitgevoerd: ze wilden ook zo graag wat voor de arme mensen uit de gemeente aan de apostelen geven. Daarom hebben ze wat verkocht.
- Er zijn zoveel mensen die geld geven. En iedereen kijkt tegen die gevers op. Zo zorgen de gemeenteleden voor elkaar. Nou, Ananias en Saffira zouden het geweldig vinden als de mensen zeggen: ‘Heb je het gehoord? Ananias en Saffira hebben ook geld voor de armen gegeven.’
- Zijn ze wel eerlijk als ze op die manier geld geven? Gaat het er hen dan wel om dat de Heere de eer krijgt?
- ‘Zullen we het zó doen, Saffira?’ Ananias legt zijn plan uit: ze zullen niet al het geld weggeven, maar een gedeelte. Dan zullen de mensen tóch zeggen dat ze iets goeds hebben gedaan. En ze houden zelf nog geld over. Goed plan toch?!
- Oh ja? Moesten ze al het geld geven? Welnee, dat had niemand gezegd. Ze mochten gerust tegen de apostelen zeggen dat ze een deel van het geld gaven. Nu doen ze net alsof. Nu liegen ze.
- Ananias maakt de geldbuidel open. Hoeveel zullen ze zelf houden? Ze halen er een aantal muntstukken uit en leggen die weg. De rest blijft in de buidel. Ananias maakt die vast aan zijn gordel en loopt door de drukke straten van Jeruzalem naar het huis waar de apostelen zijn.
- Hij legt het geld voor Petrus neer. Die kijkt indringend naar Ananias. Hij weet al van het plan; hij weet wat deze mensen doen. De Heilige Geest maakte het hem bekend.
- ‘Ananias, hoe komt het dat je luisterde naar de duivel en zo tegen de Heilige Geest hebt gelogen door een gedeelte van het geld achter te houden? Je had niet hoeven te verkopen, en je had ook best een deel van het geld mogen geven. Maar nu heeft de satan je hart vervuld. Je hebt tegen God gelogen!’
- De Heere weet álles! Besef jij dat ook?
- Op hetzelfde moment valt Ananias dood voor de voeten van Petrus neer. Iedereen in de kamer schrikt enorm. Een paar jonge mannen nemen het lichaam op en begraven Ananias meteen.
- Moest Ananias nu echt zo zwaar gestraft worden? Ja, hij maakte een plan en wist heel goed wat hij deed toen hij loog. Hij bedroog niet zo maar mensen, maar hij zondigde tegen de Heilige Geest.
- ‘Waar blijft Ananias toch?’ Saffira heeft al een paar keer naar de deur gekeken, maar die gaat nog steeds niet open.
- Als het haar té lang duurt, gaat ze hem zoeken. Waar blijft hij toch zo lang? Onderweg komt ze hem niet tegen. Vragend stapt ze binnen bij de apostelen.
- ‘Saffira, zeg me eens, hebben jullie het land voor dit bedrag verkocht?’ vraagt Petrus en hij wijst naar het geld op de vloer. Zal Saffira eerlijk zijn? Nee, ze houdt zich aan haar afspraak met haar man. Ze liegt: ‘Ja, dat klopt!’
- Zie je hoe makkelijk het is om te zondigen? Als je het ene gedaan hebt, doe je het volgende ook. Als Saffira eerlijk geweest was, was ze door de mand gevallen. En dat wilde ze niet. Ze vergat dat de Heere alles weet. Maar ze vergat ook dat de Heere zonden vergeven wil.
- ‘De mannen die je man hebben begraven, staan klaar om jou ook te begraven!’ Dat zijn de laatste woorden die Saffira hoort. Dood valt ze aan de voeten van de apostelen. De mannen begraven haar bij Ananias.
Slotzin
De gemeenteleden en anderen die dit horen, zijn vol ontzag. De Heere laat zien dat Hij de zonde straft.
Gesprek
- Wat was er verkeerd aan dat Ananias niet al het geld gaf? Waarom straft God in deze geschiedenis zo streng?
- Kun je iemand noemen die gestolen heeft van wat voor de Heere bestemd was? Hoe werd die gestraft? (Achan)
- Waaruit blijkt heel duidelijk dat de Heere alles weet? Wat vind je daarvan? Wat betekent dit voor jou, jouw leven?
- Hoe merk je aan mensen dat ze de Heere met heel hun hart liefhebben?
- Wat is er belangrijker: hoe wij over iets denken of hoe de Heere er over denkt? Leg eens uit!
- Wat vind je er van als de dominee, een kerkenraadslid, je ouders of anderen je waarschuwen
Samenvatting
Ananias en Saffira verkopen een eigendom, waar ze veel geld voor krijgen. Ananias brengt een deel van de opbrengst naar de apostelen, maar hij doet alsof hij alles aan hen geeft. Hij probeert niet alleen de mensen te bedriegen, maar ook God. Petrus geeft aan dat Ananias niet alles had hoeven geven, maar dat het verkeerd is dat hij doet alsof hij alles geeft. Ananias sterft voor de voeten van Petrus en de jonge mannen begraven hem. Saffira komt na drie uren ook naar Petrus. Zij beaamt dat ze de hele opbrengst gegeven hebben. Zij sterft ook en wordt begraven. De hele gemeente is geschrokken en ontdaan van de gebeurtenis.
Vragen
- Had Ananias alles moeten geven aan de discipelen?
- Hebben Ananias en Saffira er aan gedacht dat de Heilige Geest alles weet en ziet?
- Tegen Wie hebben ze gelogen?
- Wat gebeurt er met hen?