Met een objectles kun je een boodschap van een Bijbelgedeelte uitleggen aan de hand van een herkenbaar voorbeeld of voorwerp. Leg het voorwerp in het midden en maak vanuit het voorwerp een 'brug' naar de boodschap die je door wilt geven.
Doelen
- De kinderen begrijpen dat wat je goed vindt te maken heeft met het doel dat je hebt.
- De kinderen begrijpen dat God ons doel bepaalt en dat Hij ons beoordeelt.
Benodigdheden
- Voetbal
- Markering voor doelen
- Grote vellen met de hoofdregels van God (zie onderwijsleergesprek en vertelling)
Uitvoering
Twee medewerkers gaan voetballen. Eén van beiden schiet in het doel van de ander. De ander reageert verontwaardigd: 'Hé, jij doet het fout. Je doet het helemaal verkeerd! Hier moet de bal niet in. Dáár is het doel! Kom we gaan het over doen.' Weer schiet er iemand raak en weer is de ander verontwaardigd, omdat hij of zij vindt dat de bal in het andere doel moet. Vraag aan de kinderen wie het goed deed met voetballen. Maak duidelijk dat wat je goed vindt, te maken heeft met je doel. Vraag aan de kinderen wat Gods doel is voor ons. Als dat nog niet aan bod is geweest, laat hen dan de twee platen met de hoofdregels van God zien: 1. Hou boven alles van God en 2. Hou evenveel van andere mensen als van jezelf. Vraag aan de kinderen wanneer je het in Gods ogen dus fout doet. Maak duidelijk dat mensen een heleboel kunnen denken over hoe goed ze zijn, maar dat het er in werkelijkheid om draait of we Gods doel raken.