Met een objectles kun je een boodschap van een Bijbelgedeelte uitleggen aan de hand van een herkenbaar voorbeeld of voorwerp. Leg het voorwerp in het midden en maak vanuit het voorwerp een 'brug' naar de boodschap die je door wilt geven.
Doel
De kinderen leren dat ze niet zomaar bij God passen. Hij is heel anders, veel groter en belangrijker, dan een vriendje.
Benodigdheden
Grote knuffel van een groot, sterk dier (bijvoorbeeld een olifant of leeuw), klein papieren mugje, klein (voet) balletje
Uitvoering
Gebruik een knuffel van een groot, sterk dier en maak van een klein papiertje een minuscuul mugje en een minuscuul voetballetje. Laat de knuffel vanuit de hoogte praten en zorg dat het mugje zich ver boven zijn stand gedraagt.
Mug: 'Hallo vriend, hallo ouwe jongen, leuk je weer te zien!'
Olifant: Speurt de ruimte af om te zien waar de stem vandaan komt, ziet uiteindelijk het mugje, kijkt op hem neer en zegt: 'Wablief?'
Mug: 'Leuk je weer te zien, kerel, kom we gaan naar buiten. Kom, gaan we voetballen.'
Olifant: 'Ik? Met jou? Met dat ding?' Hij kijkt eens naar zijn enorme poten. 'Ha, ha, ha!'
Vraag aan de kinderen hoe ze de mug vonden en probeer hen woorden te ontlokken als 'brutaal', 'hij overschat zichzelf', 'hij snapt niet dat hij veel te klein is voor de olifant'. Vertel de kinderen dat mensen vaak zo doen tegen God. Dan denken ze dat zij kunnen zeggen wat God voor hen moet doen. Maar God kiest Zelf wat Hij doet. Hij is natuurlijk niet zoals die olifant, maar Hij is wel heel veel groter en belangrijker dan wij.