Met een objectles kun je een boodschap van een Bijbelgedeelte uitleggen aan de hand van een herkenbaar voorbeeld of voorwerp. Leg het voorwerp in het midden en maak vanuit het voorwerp een 'brug' naar de boodschap die je door wilt geven.
Doelen
- De kinderen begrijpen dat zondigheid als 'eigenschap' van ouders op kinderen wordt doorgegeven en dat iedereen dus zondig is.
- De kinderen merken dat je niet beschuldigend praat over zondigheid, maar mild en nederig, als een medezondaar.
Benodigdheden
- Babypop
- Groot glas helder water
- Druppels zwarte inkt
- Twee kleinere glazen
- Vier borrelglaasjes
Uitvoering
(Hou een leuke babypop in je armen, lach en speel ermee alsof het een echte baby is). Ze kan alleen nog maar drinken en slapen en huilen. Wat een schatje, hè! Hoe zou ze toch zijn? Gezellig
en druk of juist rustig en betrouwbaar? Ik ben zo nieuwsgierig… Ik weet het nu nog niet. Ze is pas een week oud. Maar ze is echt al iemand. Het komt er alleen nog niet uit… Ik kan nog niet zien hoe ze is.
Ze zal wel op mij lijken. Misschien is ze ook heel creatief, net als ik. Of op haar vader. Dan kan ze vast goed voetballen. Of op opa. Die houdt van de natuur. Of ze lijkt op oma. Die vindt het altijd geweldig om
oude mensen te helpen. Ik bedoel, mensen die nog ouder zijn dan zijzelf… Want je karakter, dat erf je van je ouders of van je verdere voorgeslacht. En het zit er al in als je nog maar net geboren bent.
Weet je wat je ook erft als je geboren wordt? Zondigheid. Bij zo'n klein baby’tje kun je dat nog niet merken. Net zoals je nog niet merken kunt dat ze talent heeft voor voetballen. Maar als ze wat groter wordt, komt het er vanzelf uit. Dan gaat ze dingen afpakken. Of slaan. (Tegen de pop: Ach, schatje, daar kan ik me nu nog niks bij voorstellen…) En als ze nog groter wordt, gaat ze vast weleens lelijk doen tegen iemand. (Tegen de pop: Nee toch, m'n lieve kindje… ) Tsja… Maar als ik eerlijk ben, zo ben ik ook. Ze heeft dat van mij. En haar vader is veel aardiger dan ik, maar die is toch ook zo. En haar opa's en oma's ook.
De Bijbel zegt dat alle mensen zondig zijn. Hier staat het: (lees Romeinen 3:23). Adam en Eva waren de eerste mensen. (Laat een groot glas helder water zien.) Ze waren helemaal goed. Zo had God hen gemaakt.
Maar toen werden ze God ongehoorzaam en ze luisterden naar de slang. Ze deden zonde. (Druppel zwarte inkt in het glas water.)
Toen kregen Adam en Eva kinderen. (Pak twee kleinere lege glazen en giet daar het troebele water in). Zij leken op Adam en Eva. Ze waren ook zondig. Hun kinderen kregen ook kinderen. (Pak vier kleinere lege glazen en giet daar het troebele water in.) Zij waren ook zondig. Alle mensen op de hele aarde zijn voortgekomen uit deze eerste mensen. Ze hebben allemaal zondigheid van hen geërfd. Ook ik. Ook jij. Dat kan je wel merken. Als je eerlijk bent, doe je elke dag wel dingen zonder God lief te hebben en doe je elke dag dingen waaraan je merken kunt dat je jezelf véél belangrijker vindt dan een ander. (Tegen de pop: Ook mijn kleine meisje. We zullen het wel merken. Je lijkt op ons. Dat kan niet anders. Ga nu maar lekker slapen. Ik hou van je. Leg de pop terug in haar bedje.)
(Deze objectles kan bij les 3 gecombineerd worden met bleekwater: de Heere Jezus reinigt van alle zonde. Test dan wel eerst of de inkt die je gebruikt, voldoende reageert op het bleekwater.)