Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
Ons falen in de opvoeding wordt meestal niet veroorzaakt door gebrek aan liefde, tijd, kennis of vaardigheden, maar door gebrek aan moed, oftewel geloof.
Geloof is de moed om voor waar te houden wat God belooft en te doen wat Hij beveelt, ook al zeggen de omstandigheden het tegenovergestelde (Hebreeën 11). Dagelijks geeft de opvoeding ons de gelegenheid daad-werkelijk te geloven.
Opvoeden door het geloof
Toelichting
‘Moet ik die smartphone nu afpakken of niet?’
‘Moet ik nu boos worden of voor de zoveelste keer mijn ergernis wegslikken?’
Al dit soort keuzemomenten zijn volgens de Bijbel een zegen. Jakobus zegt het letterlijk: ‘Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt.’ Het gaat daar niet zozeer over zondige dingen die ons tot zonde verleiden, maar meer over alle mogelijke omstandigheden die ons voor een keus plaatsen. Soms een keus tussen goed en kwaad, maar vaker een keus tussen twee op zich goede mogelijkheden. Het kwalijke is dan niet dat we een verkeerde beslissing kunnen nemen, maar onze neiging om de beslissing te ontlopen. We durven vaak niet, missen de moed om de gevolgen te aanvaarden.
En dus zijn die keuzemomenten een zegen: ze dringen ons tot geloof in Gods leiding. Tot de wilskracht om niet te blijven weifelen als een heen en weer geslingerde golf, maar om te kiezen en zo Gods zegen te ontvangen (Jakobus 1:2-8).