Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
Het valt voor voorgangers, met hun waardering voor vaste patronen, niet mee om jongeren, in het bijzonder doeners, tot deelnemer te maken in de eredienst.
- Pas de dienst niet aan hun wensen aan, maar neem hun leven erin op:
- Zing veel.
- Bid óók in hún taal.
- Zeg meteen ‘amen’ als gezegd is wat gezegd moest worden.
En spreek geregeld met hen, niet over sociale media, maar over hun (bij)baan en stage.
Nodig ze (zonder woorden) uit deelnemer te zijn
Toelichting
Opvallend veel jongeren zijn opvallend vaak moe. Dat is niet zo vreemd. Ze worden opgezadeld met het idee dat ze heel veel moeten. Ze zijn altijd online, omdat ze niets mogen missen. Ze zijn altijd op zoek naar prettige prikkels, omdat het leven alles mag zijn behalve saai. Ze zijn voortdurend bezig met de vraag hoe ze overkomen, want ze moeten zichzelf bewijzen. ‘Jij moet het verschil maken’, beveelt hun omgeving. Soms zelfs ook hun godsdienstige en kerkelijke omgeving …
Dezelfde moeheid komt bij ons boven als we luisteren naar een preek of een toespraak die vol zit met oproepen en dringende vermaningen of met ‘we moeten dit en we moeten dat’. En die vermoeidheid is een ernstige belemmering om te gaan doen waar we toe worden opgeroepen.
Bij jongeren speelt dit nog veel sterker. Wie ze dwingt, werpt een blokkade op voor zijn eigen boodschap en wens. Maak er, bij voorkeur zonder er al te veel woorden aan te wijden, een uitnodiging van.