Verlossing is bevrijding uit de macht van de duivel, de zonde en de wereld door de Heere Jezus.
Bevrijding uit de slavernij
Heb je dat weleens meegemaakt? Dat je opgesloten zit in een toilet of een lift, omdat je de deur niet meer open krijgt? Na een poos zelf proberen, geef je de moed op. Er zit niets anders op dan hard om hulp roepen. Wat een opluchting als iemand je hoort en de deur voor je openmaakt! Als je in de Bijbel leest over verlossing, heeft dat alles te maken met ‘vastzitten’ en ‘losgemaakt worden’. En daar is ook een Ander voor nodig.
Al meer dan 400 jaar is het volk Israël in Egypte. Het volk werkt daar hard als slaven van Farao. Maar God ziet Zijn volk en hoort hen roepen om hulp. Hij gaat hen bevrijden. Daarvoor schakelt Hij Mozes in. God stuurt Mozes naar farao met de boodschap “laat Mijn volk gaan.” Wat een onmogelijke opdracht. Mozes heeft veel bezwaren. Maar op elk bezwaar heeft God een antwoord. Hij gaat Zelf met Mozes mee en Aäron zal voor Mozes tegen het volk spreken.
Maar Farao verhardt zijn hart en laat het volk niet vertrekken. Hij verzwaart het slavenwerk van de Israëlieten. Ze moeten nog harder werken. God had Mozes hier al voor gewaarschuwd. Hij gaat het volk bevrijden, maar er zijn wonderen en tekenen nodig voordat Farao het volk laat gaan. Het water van de Nijl verandert in bloed. Er komen kikkers in het hele land. Vier andere plagen verder maken hagelstenen alles kapot. Sprinkhanen vreten alles op wat er groeit en het wordt drie dagen aardedonker in Egypte… Toch weigert Farao het volk te laten vertrekken. Dan kondigt God de tiende straf aan. Alle eerstgeborenen, bij de mensen en bij de dieren zullen sterven. Pas na deze straf laat Farao het volk gaan.
Voor de Israëlieten is er een belangrijke opdracht. Ze moeten een lammetje in huis nemen. Gaaf en zonder gebrek. Op de avond voor de bevrijding, slachten ze het. Het bloed strijken ze met een hysopplantje aan de deurposten. Die nacht gaat de HEERE het land Egypte door om de straf uit te voeren. Terwijl in de huizen van de Egyptenaren alle eerstgeborenen sterven, zijn alle Israëlieten in leven. Achter het bloed zijn ze veilig. Nu houdt Farao de Israëlieten niet langer tegen. Die nacht vertrekt een enorme optocht van meer dan twee miljoen mensen en heel veel dieren uit Egypte. Zo verlost God Zijn volk uit de slavernij.
De Heere Jezus zegt dat ons leven ook een slavenleven is. Door de zonde die we doen, zitten we gevangen in de macht van de Satan en we kunnen onszelf onmogelijk bevrijden. Daar is een Ander voor nodig. Het goede nieuws is dat die grote Bevrijder gekomen ís. De Heere Jezus kwam naar deze aarde om de prijs te betalen om zondaren vrij te kopen. Niet met geld, goud of zilver, maar met Zijn eigen kostbare bloed. Hij droeg de straf voor de zonden aan het kruis, zodat jij met je hele zondige leven naar Hem toe kunt gaan. Als je tot Hem roept, bevrijdt Hij je van alle schuld die je door je zonden hebt. Hij maakt écht vrij van de macht die de zonde in je leven heeft: vrij om de Heere te volgen, Hem lief te hebben en tot eer van God te leven!