Een indrukwekkend verhaal over de moeiten en zegeningen die elkaar in evenwicht houden.
Een oude vrouw komt bij de dokter en zegt: "Ik heb één hand vol klachten. Zal ik ze eens opnoemen?" "Laat maar eens horen," zei de dokter.
"De eerste vinger is mijn verloren man. De tweede zijn mijn lichamelijke klachten.
De derde vinger, dat ik zo weinig meer kan doen. De vierde, dat ik me soms zo eenzaam voel. De vijfde vinger, dat er om me heen zoveel bekenden weggevallen zijn." "Dat is inderdaad een hele hand vol," zegt de dokter.
"Maar die andere hand dan?" vraagt hij nieuwsgierig. "Dat zijn mijn zegeningen, wilt u die ook horen?" vraagt ze. "Graag," zegt de arts.
De eerste vinger, dat ik elke dag voldoende te eten heb. De tweede, dat mijn huisje in de winter lekker warm is. De derde, dat er mensen om mij heen zijn die me helpen. De vierde, dat ik de laatste tijd gespaard ben van nog meer ziekten en pijn. De vijfde vinger, dat ik voldoende geld heb om mijn rekeningen te betalen.
De dokter kijkt naar beide handen. De vrouw kijkt hem aan en zegt: "Hier zijn twee handen die verdriet hebben gedragen, tranen hebben gedroogd en wel eens tot vuisten zijn gebald. Ook twee handen die weten wat leven is.
En weet u wat er gebeurt als ik mijn handen vouw tot een gebed?" "Vertel” zegt de dokter.
Als ik bid, gebeurt er iets met mijn handen. Dan gaat mijn hand met de zegeningen naar mijn hand met het verdriet. Dan vouw ik de vingers in elkaar en komen de moeilijke gebeurtenissen tussen de zegeningen in. Biddend breng ik mijn verdriet bij God. Daarna tel ik de zegeningen.
Ik ben dankbaar dat ik twee handen heb. Ze houden elkaar in evenwicht. Ze houden mij in evenwicht en zo is mijn leven ook minder zwaar.