Waar word jij gelukkig van? Voor de één is dat samen dingen beleven, waar je dan later nog eens over kunt napraten.
LEZEN
Mattheüs 5:1-12
ZINGEN
Psalm 42:1
OVERDENKING
Voor een ander is dat het gevoel van vrijheid. Bijvoorbeeld wanneer je alleen op een besneeuwde bergtop staat met een indrukwekkend panorama om je heen. Zulke ervaringen vinden we echter niet in de zaligsprekingen. Arm zijn, treuren, honger en dorst hebben en vervolgd worden, dat vinden wij geen zaken om naar uit te zien. Toch wordt met de omschrijvingen in de eerste helft van de zaligsprekingen een reëel leven geschetst: het leven van een christen. Dat heeft ermee te maken dat een christen burger van een ander Koninkrijk is geworden. Naar dat Koninkrijk is hij op reis. Die reis is lang niet altijd gemakkelijk. Je wilt zoveel meenemen om aan God te geven als entreebewijs. Maar dat kan niet, want de toegang is er voor ‘armen van geest’ (vers 3). Dat zijn geestelijke bedelaars. Mensen die álles van God vragen. Dat ze zelf zo ‘doenerig’ zijn en zoveel misstappen maken op reis, dat maakt ze verdrietig (vers 4). Opstandigheid ligt bij ons al gauw op de loer, wanneer het even anders gaat dan we willen. Wie zachtmoedig is, heeft geleerd het eens te zijn met de leiding van de Heere (vers 5). En zolang een christen onderweg is, blijft de honger knagen. Nee, niet naar eten, maar naar gerechtigheid. Dat wijst op het verlangen naar een gehoorzaam leven (vers 6). Op reis naar Gods Koninkrijk is er ook een open oor en oog voor medereizigers. Je zoekt het goede voor de ander (vers 7), gaat op een zuivere manier met de ander om (vers 8) en bewaart de vrede (vers 9). Zonder overigens iets af te willen doen aan Gods Woord. Juist dat pal staan voor Gods Woord, het eerbiedigen van Zijn Wet, roept ook tegenstand op (vers 10-12). Maar waar liefde is voor de Koning van het Koninkrijk, kan er met Zijn wetten toch geen loopje worden genomen?
VERWERKING
- Welke zaligspreking spreekt jou het meeste aan en waarom?
- Hoe merk jij iets van tegenstand of moeite bij het christen-zijn?
GESPREKSVRAAG
Wat stel jij je voor bij ‘zalig’?