Overdenking - Stille wateren in Filippi

LEZEN
Handelingen 16:13-15

OVERDENKING
Na een lange reis komen vier mannen aanlopen. Het zijn Paulus, Silas, Timotheüs en Lukas. Vanaf Handelingen 15:40 is hun reis en route beschreven. Ze waren in Troas gestrand, maar God had toen via een visioen laten zien waar het nieuwe zendingsterrein lag: in Macedonië. Per schip zijn ze daarnaartoe gevaren. In Troas heeft zich overigens nog iemand bij het gezelschap gevoegd: Lukas, de auteur van het boek Handelingen. Dat blijkt uit het feit dat vanaf vers 10 hij verder schrijft in de ‘wij’-vorm. Met z’n vieren kwamen ze aan in Filippi, de belangrijkste stad van die provincie. Daar gingen ze op zoek naar een Joodse gemeenschap. Maar die vonden ze niet. Wel hoorden ze van mensen die de Joodse godsdienst aanhingen en buiten de stad bij elkaar kwamen langs een riviertje. Door Gods leiding vinden zij hen en dan kan Paulus eindelijk weer het Evangelie gaan verkondigen! Het groepje mensen dat Paulus aantreft, heeft misschien wel een heel andere samenstelling dan gedacht en verwacht. Het zijn alleen vrouwen! Waaronder minstens één ‘buitenlandse’ (=Turkse) vrouw: Lydia. En dan te bedenken dat Paulus in het visioen geroepen was door een Macedonische (=Griekse) man. Zal dit Gods bedoeling zijn? Lydia is purperverkoopster lezen we in vers 14. Om deze verfstof te maken was een intensief arbeidsproces nodig. Dat maakte deze verfstof duur. Onder andere de stad Thyatira stond bekend om de productie van dure purperen stoffen. Vanuit deze stad in Asia (nu Turkije) werd de stof verhandeld. Bedrijven stuurden hun vertegenwoordigers eropuit. Zelfs naar het buitenland. Zo is Lydia als verkoopster van deze dure kleding in Filippi terechtgekomen. Wonderlijk: Paulus mocht niet door de landstreek reizen waar Thyatira lag (Hand. 16:6). Vervolgens komt hij in een ander land een bewoonster van genoemde stad tegen. God werkt recht op Zijn doel aan, ook al ervaren wij het als omwegen! Vervolgens vermeldt Lukas dat Lydia een vrouw was die God diende. Lukas gebruikt deze uitdrukking wel vaker. Bijvoorbeeld in Handelingen 10:2 en 18:7. Hoewel in onze vertaling verschillende uitdrukkingen worden gebruikt, staat er in het Grieks dezelfde uitdrukking. Het gaat hier om heidenen die interesse hebben in de Joodse godsdienst. Maar de stap om officieel Joods te worden is nog niet gemaakt. Op een of andere manier is Lydia dus in contact gekomen met de Joodse godsdienst. Het is heel goed mogelijk dat dat in Thyatira is gebeurd. Het is namelijk bekend dat daar veel Joden woonden die werkzaam waren in de purperindustrie. Door Gods leiding is Lydia zich gaan verdiepen in de Joodse godsdienst, en heeft ze met de afgodendienst gebroken en is de enige ware God gaan dienen.

Terwijl Lydia daar rustig zit te luisteren, gebeurt er iets: de Heere Jezus opent haar hart. Dat hart zat dus nog op slot. Met als gevolg dat Lydia wel de Schriften las, maar daarin nog niet de Christus ontdekte. Maar nu breekt de Heere Jezus de deuren van Lydia’s hart open. Dat doet Hij door de Heilige Geest. Wanneer de Geest het hart opent, verandert er iets in onze luisterhouding. Van Lydia wordt gezegd dat zij acht ging slaan op wat door Paulus gezegd werd. ‘Acht slaan op’ is ‘voor waar houden’. Dat geeft een totaal andere luisterhouding. Dan beluister je niet een algemene waarheid, maar dan gaat het over jezelf. Dan gaat het niet langer afstandelijk over ene Jezus Christus, maar ervaar je dat de Levensvorst je persoonlijk aanspreekt. Hoe en wanneer de Heilige Geest harten opent valt moeilijk te omschrijven. Je bent er wel echt bij, want het gaat immers om je eigen hart en leven. Maar je wordt er niet bij betrokken in de zin dat je ook wat moet doen. Want op dat bijzondere moment, waarop met Goddelijke kracht de deur van ons hart wordt geopend, hebben wij geen invloed. Het ontvangen van de zaligheid is 100% Gods werk. Met de eenvoudige woorden dat God haar hart opende, beschrijft Lukas zo het wonder van de wedergeboorte. Petrus schrijft daarover (1 Pet. 1:23): ‘U die opnieuw geboren bent … door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.’ Bij de natuurlijke geboorte verandert er ontzettend veel in het leven van een mens. Uit de veilige moederschoot, de onveilige wereld in. Je moet op eigen kracht gaan leven, zou je kunnen zeggen. Zo verandert er ook bij de wedergeboorte ontzettend veel in een mensenleven. De Heilige Geest gaat Zijn levenskracht geven. De natuurlijke haat in het hart tegen God verandert de Geest in liefde tot God. De Geest vernieuwt de wil, zodat een mens het eens wordt met God en naar Gods wil gaat vragen. Hij verlicht het verstand, zodat we de Schriften als het ware met andere ogen gaan lezen. Namelijk als Woord van Boven, als Woord waarin Christus te vinden is. Kortom: de Heilige Geest brengt een mens (tot) leven.

GESPREKSVRAGEN

1. Wie kan voorbeelden noemen van hoe God in heel andere omstandigheden werkt? Net zoals Lydia in Filippi Gods Woord mocht horen. Bijvoorbeeld een ‘vakantiepreek’ ver van huis.
2. De wegen die de Heere met ons gaat zijn soms wonderlijk, zo niet onbegrijpelijk. Denk aan de wegen die zowel Paulus als Lydia moesten afleggen voordat ze elkaar ontmoetten. Misschien zit jij of een reisgenoot ook vol vragen over Gods leiding in je leven. Welke bemoediging of versterking kun je uit dit gedeelte halen?
3. Lydia heeft haar verlangen om de God van de Joden te dienen niet opgegeven toen ze naar het buitenland moest voor haar werk. Daar mocht ze zelfs God echt vinden, of beter, werd ze door Hem gevonden. Wat kunnen wij van de houding van Lydia leren voor onze zakenreizen, vakanties en verhuisplannen?
4. In de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3-4, paragraaf 11 lees je over het werk van de Geest in het leven van een mens. Wat spreekt jou hierin het meeste aan, of wat vind je misschien moeilijk?
5. Wanneer God een mens bekeert, komt dat in het leven tot uiting. Hoe zie je dat in het leven van Lydia (vers 15)? (Hoe) kunnen mensen aan jou zien dat je de Heere dient?

ZINGEN
Psalm 19:5