Liefde in de Bijbel heeft met geven te maken. God is volmaakte liefde. Dat zie je als Hij Zijn Zoon geeft uit liefde voor zondaren.
De herder zoekt
De beste vriend van Hugo heet Niels. Niels helpt Hugo altijd als hij in de problemen zit. Hij heeft alles voor zijn vriend over. Esmee is Vera’s beste vriendin. Die twee zijn onafscheidelijk. Esmee zal Vera nooit in de steek laten. Vera kan altijd bij haar terecht. Niels en Esmee laten je zien wat liefde is. Op een nog veel mooiere manier laat de Heere Jezus ons zien wat liefde betekent. Bijvoorbeeld in Zijn verhalen over de herder.
Zie je die herder met zijn kudde lopen? Hij heeft wel honderd schapen. Ze blijven dichtbij hem. De schapen kennen de stem van de herder en hij kent alle schapen bij hun naam. Elke dag zoekt hij mals gras en fris water voor de kudde. Vooral de lammetjes houdt hij goed in de gaten, omdat ze klein en kwetsbaar zijn. Als een schaap wegloopt, roept de herder het terug. Of hij gooit met het schepje, dat onderaan zijn staf zit, wat steentje naar het schaap. Hierdoor schrikt het dier en gaat het gauw naar de kudde terug.
Elke dag telt de herder zijn schapen, voordat ze de omheining van de schaapskooi binnengaan. Op een avond telt hij er 97... 98... 99... Hij mist een schaap! Hij vergeet zijn moeheid. Hij laat de 99 schapen achter om dat ene, verdwaalde schaap te zoeken. Hij zoekt net zolang tot hij het gevonden heeft. Blij tilt hij het op zijn schouders en draagt het de hele weg terug naar de kudde. Daar viert hij feest met zijn vrienden en buren, zó blij is hij dat hij zijn verloren schaap gevonden heeft.
De herder waakt en zorgt de hele dag. Hij verdedigt de schapen als een roofdier de kudde bedreigt. Met gevaar voor zijn eigen leven jaagt hij de leeuw of de beer weg. Dat doet een goede herder.
Er zijn ook slechte herders. Zij vluchten weg als ze gevaar zien en laten de schapen alleen. Zij denken meer aan zichzelf dan aan de schapen. Zij zorgen niet goed voor de schapen.
“Ik ben de goede Herder”, zegt Jezus. De schapen zijn de mensen die bij Hem horen. Zij zijn eigenlijk Jezus’ kudde. Daar zijn ook kinderen bij. Laten we één van die kinderen Esther noemen. Esther leerde de stem van de Heere Jezus kennen en wil daarnaar luisteren. Daarom leest ze elke dag in haar Bijbel. Ze gelooft dat Hij al haar zonden vergeeft en daarom dankt ze Hem. Ze vertrouwt erop dat de Herder elke dag voor haar zorgt. Hij weet precies wat ze nodig heeft. Ze vraagt Jezus haar te helpen om te doen wat Hij wil. Om te houden van de mensen om haar heen, ook als ze niet aardig tegen haar doen.
De herder kent al zijn schapen. De Heere Jezus kent allen die bij Hem horen, ook Esther. Hij weet dat ze van Hem houdt. Maar Zíjn liefde is nog veel groter. Hij heeft immers alles voor haar over. Hij had zelfs Zijn leven voor haar over. Hij vluchtte niet weg, toen de vijanden Hem wilden doden. Maar Hij gaf Zijn leven voor haar. Dat is nog eens liefde!
Hugo is blij met zijn beste vriend Niels. Maar de Heere Jezus is de allerbeste Vriend Die je kunt hebben. Heb je Hem lief? Als je Hem liefhebt, komt dat omdat Hij jou eerst heeft liefgehad.