In deze overdenking denken aan de hand van Romeinen 2:17-3:8 na over de positie van Israël als uitverkoren volk van de Heere. Daarbij denken we ook na over wat dit ons te zeggen heeft.
Hoe betrouwbaar is de God van Israël?
Ik kan me voorstellen dat jullie, of mensen in je omgeving, wel eens de vraag hebben gesteld: Waarom krijgt Israël eigenlijk zoveel aandacht?
Als we naar de Romeinen brief kijken, dan zien we dat Paulus in de Romeinen brief wel 5 hoofdstukken hieraan besteedt! Paulus vindt het dus blijkbaar heel belangrijk om aandacht aan Israel te geven. Waarom dan? Omdat het gaat over de geloofwaardigheid van God. Daarom is dit een belangrijke vraag! Als God met Israël laat zien dat Hij niet betrouwbaar is, dan hebben wij er zelf ook niet zoveel aan. De betrouwbaarheid van de God van Israël is voor ons dus van het grootste belang!
Stel je eens voor dat een vader en zoon gaan wandelen. De vader zegt tegen zijn zoon: ‘Kind, ik wil je wat zeggen. Luister goed. Ik ben jouw vader, voor nu en altijd. Ik beloof jou dat ik er altijd voor jou ben. Altijd. Als het goed gaat en als het slecht gaat. Nu en in de toekomst. Goed onthouden! Zul je dicht bij me blijven? De weg gaan die ik je wijs?’
Maar het kind verlaat de weg en dwaalt af. Het kind kiest zijn eigen weg. Het kind gaat alleen, zonder de vader. Het mist z’n vader nog niet eens. Hij denkt dat dit de weg van de vader is. Op een gegeven moment komt hij tot de ontdekking: Waar is mijn vader eigenlijk? Ik kan hem niet meer vinden! Eigen schuld.
Ongetwijfeld zal het kind zich de oproep van zijn vader herinneren: ‘Zul je dicht bij me blijven? De weg gaan die ik je wijs?’ Het kind weet dat hij het niet gedaan heeft. Maar het kind herinnert zich ook nog de belofte van zijn vader: ‘Kind, ik wil je wat zeggen. Luister goed. Ik ben jouw vader, voor nu en altijd. Ik beloof jou dat ik er altijd voor jou ben. Altijd. Als het goed gaat en als het slecht gaat. Nu en in de toekomst. Goed onthouden!
Dit voorbeeld laat zien wat er met Israël is gebeurt. Israël als uitgekozen volk van God, Zijn oogappel. Tegen dat volk heeft God gezegd: ‘Je bent Mijn kind.’ (Deuteronomium 10). Is zo’n Vader betrouwbaar? Ondanks dat Israel is afgedwaald, blijft dat eerste van de Vader staan. In vers 5 klinkt die vraag ook door. God zegt: Ik ben en blijf altijd je liefhebbende Vader. Ik zal er zijn voor jou. Met daarbij de oproep: blijf dicht bij Mij! Dat belooft Hij ook aan ons. Lopen wij al achter Hem aan?