Genade is een onverdiende gave van God. Alleen wie nederig is kan Gods genade ontvangen.
Genade zoekt de laagste plek
In het boek ‘Les Miserables’ van Victor Hugo wordt prachtig duidelijk gemaakt wat genade is. Jean Valjean is vrijgelaten na negentien jaar gevangenisstraf. Hij logeert bij een priester. ’s Nachts grijpt Jean zijn kans en steelt het zilverwerk. De volgende dag pakt de politie hem op en brengt hem bij de priester. En dan gebeurt er iets bijzonders.
Valjean is ervan overtuigd dat de priester heel boos zal zijn en hem aan zal klagen. Maar het loopt heel anders. De priester doet net alsof hij het servies gegeven heeft en zegt: “Waarom heb je de zilveren kandelaren ook niet meegenomen?”
Dit is het moment waarop Jeans leven totaal verandert, het ‘breekpunt’. Hij begint een nieuw leven. Dit verhaal laat heel mooi zien wat genade is: je krijgt iets dat je niet verdient, het maakt een nieuw begin mogelijk.
In de Bijbel wijst genade op de onverdiende gunst van God. “Dag aan dag overlaadt Hij ons (…)” (Psalm 68:20). Het Hebreeuwse woord voor genade is ‘chen’. Ons woord ‘gein’ is daarvan afgeleid. Genade geeft vreugde, het geeft een lach op het gezicht. Het Griekse woord voor genade is ‘charis’ en dat is afgeleid van ‘chairo’. Dat betekent ‘vreugde’ of ‘dankbaarheid’. Genade zorgt voor geluk, vreugde, dankbaarheid. De Engelse prediker Spurgeon zei eens: “Sommigen denken dat het goed is om ‘ellendige zondaren’ te zijn, maar het is vast en zeker beter om ‘gelukkige heiligen’ te zijn. (…) Meer genade zou ons in staat stellen meer te roemen in de HEERE en ons te verheugen met een langdurige vreugde.”
Het is elke dag genade dat de Heere God de zon laat opgaan, over goede en kwade mensen (Mattheüs 5:45). Het is genade als God eten, drinken en gezondheid geeft. Het is genade datde mens bijvoorbeeld fietsen kan repareren, muziek kan maken, kan leren over geneeskunde en noem maar op. Calvijn schrijft hierover: “Laat ons niet vergeten dat deze dingen zeer voortreffelijke gaven zijn van de Goddelijke Geest, die Hij tot algemeen nut van het menselijk geslacht uitdeelt aan wie Hij wil.”
Naast die ‘algemene genade’ is er de ‘bijzondere genade’. Dat is de genade die leidt tot (uit)redding en bevrijding. Door genade werd het volk Israël bevrijd uit de slavernij van Egypte. Door genade ontving Mozes op de berg Horeb de tien geboden. Die geboden zijn Gods onderwijzing, zodat Israël niet zou belanden in de gevangenis van afgoderij, leugen en begeerte. Maar de wet kon geen echte vrijheid geven vanwege de zonde in ons hart (Romeinen 7). Daarom gaf God de allergrootste Genadegave: Jezus Christus. Alleen door Zijn offer kunnen zondaars gered worden. En door de gave van de Heilige Geest kan die genade ons persoonlijk deel worden
Wie trots en hoogmoedig is, blijft blind voor het wonder van genade. Alleen wie nederig is, kan genade ontvangen. Net als water zoekt genade altijd de laagste plek. “De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verslagenen van geest” (Psalm 34:19). Gods genade is overvloedig (Efeze 1:7), zodat een christen verlangt dat ook anderen delen in die genade.
In het Nieuwe Testament staan ook verschillende waarschuwingen dat we Gods genade niet mogen misbruiken, minachten of verwerpen. “En als medearbeiders van God roepen wij u er ook toe op de genade van God niet tevergeefs ontvangen te hebben” (2 Korinthe 6:1).