Deze vertelschets gaat over Johannes 20:1-18 en hoort bij les A2.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Johannes 20:1-18
Context
Om ongeveer 15.00 uur is de Heere Jezus gestorven. Een dode werd op zijn sterfdag begraven. Jezus is gelegd in het graf van Jozef van Arimathea. De vrouwen maken na de begrafenis nog wat specerijen klaar, omdat ze de Heere Jezus op de eerste dag van de week (na de sabbat) nog willen zalven. Op die vroege morgen gaan de vrouwen naar het graf, zij weten niets van de verzegeling van het graf.
Kerntekst
Mattheüs 28: 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.
Doelstellingen
- De kinderen zien iets van de liefde van de vrouwen voor de Heere Jezus.
- De kinderen worden zich ervan bewust dat het belangrijk is om te geloven dat de Heere Jezus is opgestaan.
- De kinderen leren dat het belangrijk is dat ook nu nog het Evangelie wordt doorgegeven.
- Ze beseffen dat zij daar ook zelf over mogen spreken.
Zingen
- Psalm 22:14-16; 68:1,2,10,16; 118:11,12
- UMK - Wie lopen in het morgenlicht / Het graf is leeg – de Heer is opgestaan / Lof zij God / Komt, heffen wij de lofzang aan
- UAM - In het vroege morgenlicht / Er juicht een toon, er klinkt een stem / Christus, onze Heer, verrees / U zij de glorie / Ik zeg het ieder, dat Hij leeft
Geloofsleer
- HC vraag 45 - Het nut van de opstanding van Christus
- NGB art. 19 - Christus is God én mens in één Persoon
Introductie
We horen mensen wel eens zeggen: ‘Zo, dát is goed nieuws!’ Wat kunnen ze daarmee bedoelen? Noem voorbeelden. Heeft de Bijbel ook goed nieuws?
Beginzin
Huilend staat Maria Magdalena voor Petrus en Johannes. ‘Ze hebben de Heere weggenomen’, snikt ze, ‘en we weten niet waar ze Hem neergelegd hebben.’
Vertelschets
- Wat?! Is het lichaam van de Heere Jezus weggehaald? Wie heeft dat gedaan? De gedachten bij Petrus en Johannes schieten razendsnel door hun hoofd. Dit moeten zij met eigen ogen gaan bekijken.
- Direct lopen ze het huis uit en haasten zich naar de hof van Jozef van Arimathea.
- Hoe verder ze komen, hoe langzamer Petrus gaat lopen. Zou híj mogen gaan kijken in het graf van Jezus? Hij, die zijn Meester heeft verloochend? Wat afschuwelijk als hij terugdenkt aan enkele dagen geleden… Nee, nu teruggaan, wil hij ook niet. Hij weet dat hij de Heere Jezus nodig heeft!
- Johannes loopt sneller dan Petrus en komt als eerste bij de ingang van het graf. Hij bukt zich en kijkt: ‘Ja, daar in het schemerdonker, daar liggen de doeken waar Jezus in gelegen heeft. O, waar zal Zijn lichaam nu zijn? Hoor, daar komt Petrus ook aan.’
- Maar Petrus blijft niet bij de ingang van het graf staan, hij bukt zich en loopt direct naar binnen. Johannes volgt.
- ‘Kijk eens, hier heeft de Heere Jezus gelegen’, fluisteren ze tegen elkaar. ‘De grafdoeken waar Hij in gelegen heeft, liggen er nog, zie je? En daar aan het hoofdeind ligt de zweetdoek die om Zijn gezicht gewikkeld was.’ Die doek is netjes opgerold. Het ziet er heel netjes uit.
- ‘Ik denk niet dat het lichaam van de Heere Jezus is gestolen. Misdadigers zouden alles toch niet zo netjes achterlaten?’ denkt Johannnes. ‘Kom, we gaan terug naar huis,’ zegt hij tegen Petrus. Samen vertrekken ze weer uit deze graftuin.
- Maria blijft in de graftuin achter. Ze kan niet én wil ook niet met Petrus en Johannes terug naar Jeruzalem. Hier is immers de plaats waar haar Heere is neergelegd. Hier wilde ze zo graag nog voor Hem zorgen. Hier kan ze tenminste rustig nadenken en huilen.
- Huilend bukt Maria zich om ook in het graf te kijken. Voorzichtig stapt ze naar binnen. Ze ziet twee jongemannen in witte kleren! Ín het graf van haar Meester! De één zit aan het hoofdeinde, de ander aan het voeteneinde van de plaats waar de Heere Jezus heeft gelegen.
- ‘Vrouw,’ vragen ze, ‘waarom huilt u toch zo?’ ‘Omdat ze het lichaam van mijn Meester, mijn Heere, hebben weggenomen en ik weet niet waar ze Hem nu gelegd hebben,’ antwoordt Maria.
- Langzaam keert ze zich om en ziet door haar tranen heen in de deuropening een Man staan. ‘Vrouw’, vraagt die Man, ‘Wie bent u hier aan het zoeken?’ Maria loopt het graf uit. Ah, dat zal vast de tuinman zijn. Hij weet misschien wel waar ze de Heere naartoe gebracht hebben. ‘Heere, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt. Dan zal ik Hem zalven en opnieuw begraven.’
- ‘Maria!’ Die stem… Dan, ineens, ziet ze Wie er voor haar staat. ‘Mijn Meester!’ roept ze uit en valt tegelijkertijd voor de Heere Jezus op de grond en grijpt Zijn voeten. Wat een wonder. Hij leeft!
- ‘Houd Mij niet vast, Maria. Ik ben nog niet naar Mijn Vader gegaan, je hebt nog tijd genoeg om met Me te spreken, Mij te zien en Me aan te raken. Ga naar Mijn discipelen en zeg tegen hen dat Ik hen nog veel zal leren. Maar ook dat Ik daarna naar Mijn Vader in de hemel zal gaan.’
- Maria hoefde niet verdrietig te zijn dat de Heere Jezus weer weg zou gaan. Die Vader in de hemel wil ook haar, en jouw, Vader zijn. Hij wil ook voor jou zorgen. Als je dan Zijn kind bent, mag je voor altijd voor de troon van Zijn Vader en voor eeuwig bij de Heere Jezus zijn.
- Maria laat de voeten van de Heere Jezus los. Wat voelt ze zich nú gelukkig! Wat is ze blind geweest. Ze zag niet eens dat de tuinman de Heere was. Gelukkig heeft Hij haar ogen geopend. Ze weet en gelooft dat Jezus leeft!
- Maar dit mag ze niet voor zichzelf houden. Ze richt zich op en gaat snel terug naar de stad. Haar hart is vol van dit heerlijke nieuws. Ze wil het zo snel mogelijk aan de verdrietige discipelen gaan vertellen. Ze kan dit goede nieuws niet voor zichzelf houden: zij gaat de discipelen vertellen dat ze de Heere heeft gezien en wat Hij tegen haar gezegd heeft! Dat is pas écht goed nieuws!
Slotzin
Is dit voor jou ook goed nieuws? Geloof je werkelijk dat de Heere Jezus is opgestaan en leeft? Dat Hij betaald heeft voor jouw zonden? Dan is je hart er vol van. Dan zul je dat ook verder vertellen! Iedereen moet dit evangelie toch horen!
Gesprek
- Wat lieten de vrouwen zien, door nu nog voor het lichaam van de Heere Jezus te zorgen?
- Hoe kunnen we onze liefde tonen?
- Normaal gesproken gaat goed nieuws als een lopend vuurtje door het dorp. Doe jij er aan mee om dít Bijbelse goede nieuws te verspreiden?
- Hoe kun je hieraan meewerken? Wil je dat en durf je dat? Wanneer wel? Wanneer niet? Waarom?
- Wat betekent ‘Evangelie’? (zeer blijde boodschap). Waarom is het zo belangrijk om te weten dat de Heere is opgestaan?
Samenvatting
Als Maria Magdalena de volgende dag ziet dat de steen weg is, gaat ze dit de discipelen vertellen. Petrus en Johannes gaan dan naar het graf en zien dat het lichaam van Jezus daar niet meer ligt. Als Maria terugkomt, is ze alleen en ziet in het verder lege graf twee engelen. In tranen vraagt ze de Man van wie ze denkt dat Hij de tuinman is, of Hij weet waar ze het lichaam hebben gelegd. Als Hij haar naam noemt, herkent Maria haar Meester. Ze vertelt dit aan de discipelen en geeft hun Zijn boodschap door: Hij zal naar de hemel gaan.
Vragen
- Twee keer komt Maria Magdalena met een boodschap bij de discipelen. Welke?
- Wat valt je op als Petrus en Johannes naar het graf gaan?
- Waarom zou Maria de Heere Jezus niet eerder hebben herkend?
- Jezus zegt: 'Ik vaar op tot Mijn Vader en tot uw Vader.' Leg dat eens uit.