Deze Bijbelles voor kinderen in de bovenbouw hoort bij de map 'Overwinnaar'. Dit is een map met kinder(evangelisatie)materiaal van Evangeliestek.
Het is goed om met de oudere kinderen dieper na te denken over het thema. Dit kan door middel van een Bijbelleesles. Wanneer kinderen weinig tot niets weten, kan het beste gekozen worden voor een Bijbelvertelling. Wanneer het een groep is met kerkelijke kinderen of kinderen die al veel weten, door bijvoorbeeld opgedane kennis op een christelijke school/zondagsschool/club/kerk, kan er gekozen worden voor een verdieping door middel van een Bijbelleesles.
Bijbelgedeelten
Bijbelboek Esther (op het werkblad zijn de delen aangegeven)
Kernboodschap
God redt Zijn volk
Nodig
Tijdschriften (ook over het koningshuis), speelgoedboeken e.d., vellen papier, lijm, scharen, stiften.
Informatie voor leidinggevenden
In deze les willen we leren dat God Zijn plan voltrekt, dwars door alles wat er op aarde gebeurt heen. Mensen kunnen machtig zijn op aarde, maar God is Almachtig. Hij zorgt voor Zijn volk. Kun je bij Zijn volk gaan horen? Ja, dat kan! We leren in deze les ook iets over hoe God werkt door mensen heen. Hij kiest vaak juist mensen uit die helemaal niet belangrijk, knap of sterk zijn. Zo kan Hij extra goed laten zien Wie Hij is. Dat betekent ook dat Hij iedereen kan gebruiken voor Zijn plan. Wat is Zijn plan met jouw leven?
We gaan eerst een collage maken. Zorg voor grote vellen papier, scharen, lijm en veel tijdschriften, met name met plaatjes over ons koningshuis. Bij deze eerste opdracht laten kinderen iets zien van hun eigen verlangens. Daar willen we aan het eind van de les op terugkomen. Gaat het om ons plan of om Gods plan voor ons leven?
Bij vraag 2 geven we eerst wat achtergrondinformatie bij het Bijbelboek Esther. Het is fijn om daarbij een atlas of wereldkaart te hebben. Het rijk was verdeeld in 127 gewesten. Onder koning Ahasveros stonden zeven vorsten, waarvan Haman op een gegeven moment de belangrijkste was. Daarnaast had hij wijze mannen die advies konden geven en allerlei dienaren, hovelingen e.d. Wetten die verzegeld waren met de zegelring van de koning, konden niet meer worden teruggedraaid. Zij werden per brief naar alle gewesten gestuurd, naar elk volk in zijn eigen taal en eigen schrift. Leuk om hier ook stil te staan bij onze eigen taal, waarin we ook een spreekwoord hebben dat iets een wet van Meden en Perzen is. Dat betekent dat er niets te veranderen is aan een bepaalde regel of afspraak.
In vraag 3 zien we dat Esther een weesmeisje was, gehoorzaam, knap en nog maagd. De kinderen schrijven op wat zij hierover in de Bijbel kunnen lezen.
We maken bij vraag 4 kennis met Haman, de belangrijkste vorst onder koning Ahasvéros. Achter zijn haat tegen Mordechai en daardoor tegen het hele Joodse volk, zit de duivel. Als het hele Joodse volk uitgeroeid zou worden, kon de Messias, onze Redder, niet meer geboren worden. Ten diepste zien we hier haat tegen God. Antisemitisme is nog steeds een belangrijk item. Het volk van God moet nog steeds allerlei uitingen van haat incasseren. Maak het actueel door wat voorbeelden te noemen. Bijvoorbeeld: ruiten die ingegooid worden van Joodse winkels of Joodse mensen die op straat nageroepen worden of de Tweede wereldoorlog waar alle Joden vernietigd zouden moeten worden.
Bij vraag 5 zien we het geloofsvertrouwen van Mordechai! Ook koningin Esther stelt haar vertrouwen alleen op God. De naam van God wordt in het hele Bijbelboek niet genoemd, maar God is duidelijk aanwezig met Zijn uitredding. We zien dat bidden en vasten een plek hebben in de relatie met de Heere, zeker als het gaat om smeken om uitredding.
Vraag 6 laat zien dat er voor God niets onmogelijk is. Zelfs niet als een situatie uitzichtloos lijkt. Uiteindelijk worden de rollen juist omgekeerd en worden de Joden verlost van hun vijanden. De redding komt van God. Daarmee zijn we beland bij vraag 7. Kinderen kunnen vast ook situaties bedenken waaruit ze gered willen worden. Geef ruimte om hierover te spreken en leidt het gesprek zo dat ook het grondprobleem achter alles, de zonde, wordt benoemd. Zo kunnen we dan uitkomen bij Jezus, die redt van zonden en ook in alle moeilijke omstandigheden bij ons wil zijn. Het is nodig dat de satan uit ons leven weggaat. Hij zorgt ervoor dat we zonden blijven doen. Maar God wil ons redden uit Zijn macht, zodat we gaan leven tot Zijn eer!
Heel mooi om bij vraag 8 te zien dat in dit Bijbelboek de uitredding uitloopt op herdenken en vieren. Dankbaarheid is zo wezenlijk in het leven van Gods volk. Er kan eventueel aandacht geschonken worden aan het Poerimfeest, dat de Joden nog steeds vieren. Geef aandacht aan het feit dat bij deze feestelijkheden de armen nadrukkelijk worden genoemd en delen in de feestvreugde. Dit kan ook weer praktisch doorgetrokken worden naar ons leven. Vraag 9 wil ons leren dat God de leiding heeft in ons leven. Wie had ooit gedacht dat een weesmeisje uit een overwonnen volk koningin zou worden en het middel in Gods hand zou zijn om Zijn volk te redden? Probeer nu kinderen te laten stilstaan bij wat de Heere hen aan zegeningen/ talenten heeft gegeven en hoe ze die kunnen gebruiken om andere kinderen/mensen blij te maken.
We gaan dit nu weer praktisch vormgeven met plaatjes (die ook zelf getekend kunnen worden eventueel) op de collage. Hopelijk laat de titel (vraag 10) iets zien van aan de ene kant ons plan, onze verlangens en aan de andere kant Gods plan in hoe Hij ons heeft gemaakt en kan gebruiken. Waar gaat het nu om?
Het werkblad voor de kinderen vind je in de download.